dinsdag 22 november 2016

I Just Follow Orders.


We zijn al geruime tijd in de wateren van de Verenigde Staten, de lower fourtyeight wel te verstaan, want Alaska en Hawaii zijn buitenbeentjes. Die horen er niet helemaal bij. Het rijke Amerika, land van onbegrensde mogelijkheden, het land met veel armen en daklozen, het land waar een liter benzine minder kost dan een liter melk, ook het land van de wapens en …..heel veel mensen die alleen orders uit kunnen voeren en geen eigen initiatief mogen hebben. Het is wel eens lastig voor ons, men kan nooit iets door de vingers zien, of onderhandelen over bijvoorbeeld de prijs. Je accepteert of je gaat verder.

De natuur kent dit allemaal niet. Dolfijnen en zeeleeuwen kiezen geen president. Hoewel zij mogelijk een betere keus hadden gemaakt dan de Amerikanen dit maal hebben gedaan. Hun keus zou gevallen zijn op overleven en een schoon milieu.

Na twee weken gewacht te hebben op een groot genoeg weergat, verlaten we Ne-ah Bay. Het dorp beviel ons wel. Bijna alle inwoners zijn Natives, inheemse bewoners en bijzonder aardig. Een gemeenschap die op zich zelf staat met een eigen opperhoofd en daardoor iets minder Amerikaans. Jammer genoeg houden ze niet zo van opruimen en drinkt men nogal wat alcohol. Dat laatste past dan weer goed bij de rest van het land. De zeeleeuwen op de steiger kon het allemaal niet veel schelen, zij aten vis en luierden in de zon en schreeuwden er op lustig op los. Ze zagen er goed en gezond uit.

Zeilen langs de Amerikaanse kust blijft een probleem. Teveel wind, maar meestal te weinig. Drie dagen slingeren we als gekken over de chaotische golven met de wind mee naar het zuiden. De andere vier dagen blijft de wind weg en motorren we zoals gewoonlijk verder. We zien hele hordes walvissen en dolfijnen, veel meer dan verwacht. Op de VHF worden er zelfs veiligheid berichten uitgezonden voor bepaalde zandbanken met hoge concentraties walvissen. To keep a sharp lookout….Natuurlijk!

Dan komt de Golden Gate Bridge in zicht. Toch wel bijzonder die oude brug. Vooral de wetenschap hoe en wanneer deze gebouwd is, dat is wel indrukwekkend. Verder is het fantastisch, dat wij er onder door varen. Het anker valt in de ondiepe wateren voor Sauselito, de dure voorstad van San Francisco. Twee weken lang liggen we hier met een cool uitzicht op de stad , Alcatraz op de voorgrond en de Golden Gate net achter de berg. Helaas niet erg rustig, continu worden we geteisterd door hoge golven van de vele speed boten, ferry’s , alles wat maar vaart maar vooral door slecht weer uit het zuiden.

San Francisco is een voor Amerikaanse begrippen mooie stad. Gebouwd op vele heuvels, voorzien van fraaie parken en veel groen in de straten. Het heeft een gemoedelijk sfeer, wat wij wel kunnen waarderen. Zoals al die toeristen rijden we met de Cable Car rond, bezoeken we China Town , pier 39 en Fischermans wharf. De boottrip naar Alcatraz laten we schieten, doen we wel met ons eigen bootje. Meestal nemen we de bus. Voor een tientje rijdt hij ons naar de stad en ze zijn altijd op tijd. Best wel gemakkelijk. Zo brengt de bus ons naar het Muir National Park, waar de giganten (Redwoods) staan. Voor mij is het bijzonder dat in een overwegend droog landschap ineens een bos staat met enorme bomen die duizenden jaren oud zijn.

Sauselito werd tijdens de tweede wereld oorlog omgetoverd in een enorme scheepswerf. In drie jaar tijd werden er 100 Liberty schepen gebouwd en niet te vergeten ook een werf om dit te laten plaats vinden. Nu wonen er de rijken en zijn de kranen verdwenen en hebben plaats gemaakt voor jachten. Dat er hier veel rijken wonen vinden we niet erg, maar ze drijven de prijzen wel erg ver op. Het is de duurste plek tot nu toe om boodschappen te doen, zelfs in een supermarket. Duurder dan noord Alaska. Een tientje voor een klein kip filetje en zo. Het wordt tijd om verder te trekken.

Deze keer is dat niet zo ver en dus gemakkelijk wat betreft het weer. Twintig mijl verder ligt Half Moon Bay, een goede ankerplek beschut voor alle windrichtingen.

Met de stroom mee glijden we onder de Golden Gate Bridge door naar de open oceaan. Weet wel dat een sterke uitgaande stroom effect heeft op de oceaandeining die uit de tegenovergestelde richting komt. Heftig slingerend en stampend schuiven we de oceaan weer op.

Half Moon Bay is een verademing. Sinds lange , lange tijd ligt de boot weer eens stil, geen geslinger meer, niet steeds alles vast houden en zo. Heel aangenaam…. helaas krijgen we wat anders, …een misthoorn en een beste. Best als het mistig is, maar deze werkt 24 uur, 7 dagen per week of wel onophoudelijk. Elke paar seconden… PHOOOOOOO. Het weer verslechtert en er komen steeds weer sterke zuid winden langs en al met al zijn we gedwongen meer dat 15 dagen naar de PHOOOOOOOO te luisteren.

Gelukkig heeft Half Moon ook wat anders te bieden. Naast dat het de beste surfplek van de west kust is, genaamd Maverick, is er hier een pelikanen resort. We zijn echt midden tussen de pelikanen beland. Honderden vliegen af en aan en met duizenden zitten ze op de pieren om ons heen. Er hangt wel een luchtje om die beesten, maar de aanblik is fantastisch. Wij noemen ze B2, naar de bommenwerpers in WOII, maar hun vliegkunsten zijn verre van log.

Zeeleeuwen zijn er ook en dit keer laten ze ons mee genieten van hun tafelmanieren. De gevangen vis wordt eerst onthoofd en vervolgens in stukken gegooid. Het is een gooi en smijtwerk van jewelste, waar de meeuwen dankbaar gebruik van maken. Niet zonder risico want wat als de vliegende vis jouw net treft.

Als dan eindelijk de zuidelijke winden even uit het noorden gaan komen trekken wij verder. Zodra de havenmonding achter ons ligt, gaan we tekeer zoals elke keer. Orca zit net voor ons en het lijkt wel of ze haast plat gaat. Zo erg is nou ook weer niet, maar we geven extra veel gas om hier zo snel mogelijk weg te zijn. Al motorzeilend passeren we na een dag Cabo Conception, waar het normaal altijd hard waait en nu ff niet. Passeren we de vele olieplatforms en varen dwars door olie velden. Het stinkt als de hel en later blijkt het moeilijk te verwijderen van de romp. Santa Barbara is ons doel, niet in de dure marina, maar er net buiten. Volgens de pilot een prima plek. De politie denkt daar anders over en dirigeert ons naar een plek twee kilometer verderop. Het risico op los geslagen boten vinden ze te groot. Het moet maar.

Santa Barbara is wel aardig om een keertje door te lopen, maar verder is ze gewoon decadent, niks bijzonders, behalve dat je er geen hoogbouw ziet. Newport, een dagje verder, is leuker. Gemeerd tussen twee boeien genieten we van deze omgeving. Hier wonen en varen de rijken van het land. Nog nooit zag ik zoveel “stofzuigers” op de weg en zoveel “strijkijzers”op het water. . Wauw!

Porches, Ferrari’s, Mazarati’s, Mercedessen en allemaal met zoveel mogelijk pk’s. Het kan niet op. Er is zelfs een showroom voor McLarens. Op het water is het al niet anders, veel pk’s en grote lawaaierige uitlaten. De huizen langs het water, net buiten ons budget. Een lapje grond, aan 1 miljoen heb je nog niet genoeg…….Ik moet er wel om lachen. Het is anders dan in Neah Bay, dat wel.

Binnenkort zetten we zeil voor Mexico. Hoe zou het daar zijn? Zouden die Mexicanen ook zo goed orders opvolgen? We zullen zien.



donderdag 27 oktober 2016

Eindeloze lange fjorden.



De mijlen tikken langzaam weg. Niet langzamer dan anders, maar het voelt zo. Het landschap verandert niet zoveel. Aan beide zijden van het water bergen en die zijn allemaal begroeid met Sproezen, een soort spar. Prachtige boom, maar na tien miljoen Sproezen heb je het wel gezien.

Ondertussen hebben we Alaska verlaten en zijn op weg naar Prince Rupert in Canada. Veel wind is er niet en wat er staat, staat altijd tegen dus motorren we rustig verder. Elke dag ankeren we in een ander baaitje, de ene beter, de andere mooier. Vandaag zwemmen er twee walvissen voor de ingang van ons anker baaitje. Plotseling komt er eentje boven en met de bek wijd open en probeert tonnen visjes naar binnen te werken. Altijd geweldig die plotselinge acties. Die nacht worden we verder getrakteerd op kraanvogels. Een klein groepje maakt lawaai voor tien, totdat ze wegvliegen. Met veel belangstelling kijken we ze na……. waren die nu ver van huis? We kunnen ze het niet meer vragen.

Prince Rupert , drie en dertig jaar geleden was ik hier ook. Toen was het een dorp vol met native’s, die hier al lang woonden. De meesten, dik dronken en onverzorgd. Nu…..we gaan het zien.

We zijn in Canada aangekomen en dat betekent opnieuw bij de douane langs. Deze heeft speciaal voor watersporters een steiger liggen met een directe telefoon lijn. Handig is het wel en Trees kan rustig zittend op de steiger haar zaken doen. Uiteindelijk vraagt ze nog waar de officier van de wacht zich bevindt en tot haar verbazing hoort ze dat zij in Toronto zit. Oh….dat is een heel eind weg, een paar duizend kilometer. We krijgen een Report number, er komt niemand langs, hoeven ons nergens te melden en we hoeven zelfs niet uit te klaren; dat is nog eens handig.

Prince Rupert is nog steeds een saai, te groot opgezet plaatsje, grote parkeerplaatsen, brede straten, eigenlijk zijn de verhoudingen wat zoek. Het is wat gegroeid, het museum is vernieuwd en de native’s vervelen zich nog steeds, maar zijn niet allemaal meer dronken.

Voor morgen is er alweer sterke zuid wind voorspeld, het wordt dus een dagje langer in het rustieke haventje liggen. Het is het mooiste plekje van de stad. Cow Bay heet het, omdat een Zwitserse boer er honderd jaar geleden een paar zwart witte koeien aan land heeft gezet, om te voorzien in z’n eigen behoefte aan melkproducten. Heel bijzonder, wat je al niet bedenkt om een toeristische attractie te creëren. Alles staat in het teken van de zwart witte vlekken en dat maakt het toch weer interessant.

Na de zuidelijke wind varen we verder, het ene fjord na het andere. Walvissen zien we genoeg, overal bomen en struiken in het water en vaak genoeg moeten we beide ontwijken. Meestal staat de stroom tegen en in smalle stukken enkele mijlen per uur. We varen zo dicht mogelijk langs de kant om in de tegenstroom te komen, letterlijk op tientallen meters van de oever en dat maakt het meteen weer griezelig want hoe diep is het daar, ligt er niet een niet in kaart gebrachte rots?

De mijlen tikken weg en we varen het volgende fjord in. Elke dag leggen we zo tussen de 40 en 60 mijl af. Walvissen spuiten er vrolijk op los en die ene die overdag lag te pitten, daar moesten wij voor uitwijken. In Butedale houden we die avond halt. Hier is alleen maar vergane glorie van een blikjes fabriek. Alles afbraak, alleen de oude watergenerator werkt nog. Die dingen zouden nog van hout gemaakt zijn. Het is een welkome afwisseling.

Het wordt druk. In de verte ligt Bella Bella, een vissersdorp. In één keer zijn er sleepboten, vissers en andere jachten. Zouden we weer in de beschaving komen? Voor de verandering hebben we stroom mee en kunnen we een ankerplekje verder komen.

De volgende ochtend… mist. Potdicht. Met behulp van radar en onze nauwkeurige kaarten varen we de baai uit. Twee uurtjes later opent de wereld zich weer en de Sproezen op de kant zijn er natuurlijk ook weer. Nog een ankerbaaitje verder en dan willen we via de oceaankant langs Vancouver Island, buitenom dus. Het weer is namelijk goed en we hebben geen zin meer om nog eens tig dagen Sproezen te gaan kijken in de Inside Passage langs Vancouver eiland. We willen opschieten, want we willen half september in Neah Bay in de Staat Washington zijn en het is nog zeker 300 mijl….zeker een week in dagtochten en 2 dagen over zee, dus…..Deze tijddruk maakt tevens dat we weinig tijd hebben om de omgeving beter te gaan bekijken en dat maakt het weer minder leuk varen, dus gewoon over zee…..en het is al 12 september…..

De ankerplek van waaruit we vertrekken is Prudh Bay en op de ochtend van vertrek zit het weer helemaal potdicht van de mist, tien meter zicht. Nu loopt de route tussen de kort op elkaar liggende eilanden door. De oceaandeining is daar ook en dat betekent dubbel oppassen. Langzaam soms heel langzaam schuift SantanA tussen de rotsen door. We zien alleen schimmen en horen het water op de rotsen breken. Achter ons vaart volgens de AIS een visser. Volgt hij ons, want hij blijft op afstand, soms moeten we dwars uit tussen andere rotsen door. We voelen de grote golven komen en daarmee komen we aan de buitenkant van deze eilandengroep en op groot water. Nog een paar honderd meter en we zijn weer vrij.

Vancouver eiland is groot en twee dagen lang varen we langs deze muur van bergen. Nu de mist verdwenen is het uitzicht op deze muur …...hoe zal ik het zeggen…. als de onderkant van een rafelige rok.

Neah Bay, het eindpunt van de noordelijke route. Bijna alles met behulp van de motor afgelegd en snel. Hier verenigen we ons met Ann en Udo van de Orca na meer dan een jaar, hier moet er getankt worden en vanaf hier zullen we zien hoe we naar het zuiden komen. De fjorden en Sproezen (Spruce) laten we nu achter ons…..