vrijdag 6 december 2013

Golfo de Penas, de laatste hobbel

 

De golf van pijn, lijden en afzien. Blijkbaar geen mooi zeilwater. De Golfo ziet er uit als een trechter, wind en golven hebben vrij spel en ten gevolge van de snel oplopende oceaanbodem worden oceaangolven hier hoog en steil. Zelfs de grote koopvaardij kijkt hier wel uit om er met slecht weer te zijn. We zijn gewaarschuwd en zo wachten zeiljachten vaak lang in de beschutte Caleta’s voordat ze de overtocht wagen. Het is niet ongewoon dat zeiljachten hier meer dan drie weken geduld moeten hebben alvorens de oversteek te wagen en dan is het nog steeds een moeizaam verhaal.

Wij liggen in Caleta Lamento del Indio, in een web van lijnen, ons geestelijk voor te bereiden op een poosje wachten, maar al snel dient zich een weerraam aan. Het is nog ver weg, maar over een paar dagen staat er een zuidwesten windje. In de dagen die volgen verandert het weer keer op keer en het weergat wordt kleiner en kleiner. Wel gaan, niet gaan, we gaan..…het is niet duidelijk, maar een kans voorbij laten gaan …. Nee liever niet. De laatste avond voor het weergat, lijkt het er niet op, veel te veel noordwind, maar als ik s’ morgens vroeg het weer, de gribs, bekijk lijkt het weer veel beter en is het weerraam net groot genoeg en zo vertrekken we direct.

Helaas..de zuidwestenwind is wat meer west geworden en de latere NW wind kwam niet en zo ook de N wind niet, er kwam helemaal geen wind en zo motoren we 12 uur lang in een ongemakkelijke swell verder naar Bahia Pink. Uiteindelijk hebben we de helft kunnen zeilen en meer zat er niet in. Voor donker bereiken we Puerto Millabu en droppen het anker voor een groot wit strand met op de achtergrond een snelle waterval. We zijn blij dat Golfo de Penas achter ons ligt en dat we een minimale wachttijd hadden.

Puerto Millabu is een verademing, strand…we kunnen lopen en het is prachtig weer, we trakteren ons op een extra dag. Hier zijn de bergen nog groots en ruig, maar de komende dagen gaat dat snel veranderen. Het landschap wordt lager en groener en de bosrand wordt nog dichter en …het wordt wat warmer. We varen verder door de kanalen en zien vele eilanden voorbij komen, de ruigheid is ervan af, het is er niet minder mooi om, maar toch…

Puerto Aquirre, een kleine nederzetting, ligt in een gebied waar razendsnel de zalmkwekerijen oprukken. Vissers vangen hier allang geen vis meer. De meesten hengelen nu naar kelp en sommigen duiken naar de mosselen die wij beter niet kunnen eten. De zalmindustrie is dus van harte welkom, hoewel de meeste verdiensten niet bij deze mensen komt. Puerto Aguirre is met 1500 inwoners een grappig dorpje, een zooitje weliswaar, maar de mensen zijn erg hartelijk. Als je goed zoekt is er alles te koop, ook diesel en zalm. Van Wolfgang van het Patagonia Net hoorden we dat er een mevrouw Gladys moet wonen die heel lekker kan koken voor die enkele toerist en dat gebeurt dan bij haar in de woonkamer. De eerste de beste bewoner vragen we of hij mevrouw Gladys kent en hier kent iedereen iedereen en zo vinden we haar snel en maken een afspraak.
Morgen eten we bij haar zalm en verse groenten, gewoon in haar huiskamer en de prijs is inclusief wijn, toetje en koffie/thee. Dit aanbod laten we niet lopen en zo eten we bij Gladys in de huiskamer van haar beste servies. In de toekomst gaat ze een klein restaurant openen, een straatje verderop, maar wij vinden de huiskamer wel wat hebben.
Puerto Aquirre is een klein dorpje, maar we tellen al gauw 20 kleine supermarktjes. Elk straatje heeft wel een winkeltje en allemaal even rommelig, maar wel gezellig.

De boten hadden we geparkeerd in Caleta la Poza, een goed beschutte baai net ten noorden van het dorp. Lekker rustig en met een fraai uitzicht op de omgeving. Het is voor het eerst dat we een begraafplaats bekijken. Het geeft meestal een indruk van de mensen en hoe ze leven. Rommelig dus, eigenlijk meer een zooitje. Wel kleurrijk door de plastic bloemen. Uiteindelijk leven de Chilenen zo, alles om hun heen is een zooitje en het is al snel goed. Later wanneer we weer terug op de boot zijn krijgen we een waar schouwspel van de andere bevolking. Dolfijnen… veel dolfijnen en ze springen uit het water en maken rare kapriolen en dat op een tiental meters naast ons. Wat een schouwspel en wat een gesplash en het gaat snel. Om daar foto’s van te maken moet je heel snel zijn; de dames zijn zo weg en dan keert de rust weer terug.

De volgende morgen vertrekken we zoals gewoonlijk rond zeven uur voor het laatste stuk naar Isla Grande de Chiloë. Het is nog wel een weekje varen, maar de grote hobbels zijn achter ons.

1 opmerking:

  1. prachtig die foto van de dolfijn in de lucht en daarna de landing...kan me het spectakel helemaal voorstellen... nee we zijn niet jaloers, we zijn stik jaloers

    BeantwoordenVerwijderen