zondag 18 september 2016

Het regent nog wel eens

 
De eerste week terug in Alaska stond in het teken van regen, regen en nog eens regen. Liefedevol werden we door Kathy en Vic verwelkomd. Zij stonden ons op te wachten bij de bushalte pal voor het havenkantoor in Seward. Slechts vier tassen stonden in de regen even op straat, de rest zou een weekje later netjes bezorgd worden. Onder de regenmuts door zagen we onze SantanA al liggen. Ze was heel braaf geweest. Alles droog aan boord en nergens schimmels of iets van dien aard. Zelfs de accu’s waren in orde. Negen maanden lang heeft ze op ons liggen wachten en nu zijn we weer thuis.

De eerste avond aten we bij Kathy en Vic en sliepen we in hun gezellige huis. Geweldig hoe zij voor ons hebben gezorgd. Sowieso waren de eerste 10 dagen in Seward gezellig, om de dag werden we met de auto opgehaald. Niet dat het erg ver weg was, slechts een kilometer, maar meestal regende het behoorlijk. Trees of Kathy maakten dan wat lekkers en we kletsten van het één naar het ander. Ondertussen keken we naar de Olympische Spelen. Helaas was de openingsceremonie van de spelen een afknapper. Echt om de vijf minuten was er een tien minuten durend reclameblok en ondertussen ging de ceremonie verder en misten we het meeste. Die lui sporen echt niet, zit je een uur lang naar reclame te kijken i.p.v. naar de opening van de Olympische Spelen. Men wordt gedwongen om op internet de openingsceremonie terug te kijken. Rare jongens die Yanks.

Er komt een tijd om afscheid te nemen. Het weer ziet er goed uit, geen heftige winden uit de verkeerde richting en SantanA ligt er helemaal klaar voor. Alles werkt, zeilen liggen stand-by, diesel getankt en wij zijn er klaar voor. Voor de verandering is het droog en zo gooien we los. We nemen voor de laatste keer afscheid van onze lieve vrienden. Pikken een traantje weg en duwen van de steiger af. Negen maanden lang lagen we in deze haven. Resurection Bay ligt voor ons, de hoge bergen met sneeuw erop om ons heen, het blijft hier waanzinnig mooi.

Het weer blijft rustig, rustiger dan we eerst verwachtten en zo besluiten we de koers te verleggen en rechtstreeks naar Icy Bay te varen. Zoals gewoonlijk is er veel wind of geen wind, dus geen wind en we motorren verder de Golf van Alaska over, wel swell…..

Twee etmalen verder komt Icy Bay in zicht. Eigenlijk zien we de vulkaan als eerste. Twee dagen lang zagen we niets, veel bewolking, slecht zicht en nu, nu het moet, opent de hemel zich en is het plotseling prachtig blauw boven ons. Mount St Elias toont zich in volle glorie in de ochtendzon. Dit zijn fantastische momenten waarop je alleen kunt hopen dat ze komen. We hebben geluk en varen Icy bay in. In eerste instantie had ik gedacht dat dit vanwege het vele ijs van al die gletsjers hier onmogelijk zou zijn, maar er drijft niet zoveel. Slechts aan de voet van de gletsjers is veel drijf ijs. De hele baai is omgeven met gletsjers die nog steeds in zee uitkomen en zo varen we nog één keer door het ijs, nog één keer duwt SantanA zich door de ijsblokken. Het zonnetje schijnt en er staat nauwelijks wind, we genieten van deze wereld. Toch blijven we hier niet. De golf van Alaska is verraderlijk water en meestal is er slecht weer. Vandaag is het nog goed, maar overmorgen niet meer, dan komt er een schip met zure appelen aan en willen we veilig ten anker liggen bij Yakutat en dat ligt een dag verderop.

Yakutat is een nederzetting voor de vissers. Ook hier draait alles om vis. King Salmon is de favoriet. Bij het binnen varen van de baai komen ze ons allemaal tegemoet. Vissers, grote boten, kleine boten en allemaal hebben ze haast. Vol gas naar de perfecte spot op zee, om de hele dag in de regen te hengelen. We vinden het prima en ankeren zelf pal voor de haven in een baaitje met ondiep water. Een dagje rust.

Nu heeft ons scheepje maanden lang stil gelegen in Seward en er hebben zich nogal wat schelpen aan de onderkant gehecht en zo staat het log, de snelheid gever, ook stil. Om die aan de praat te krijgen moet je het water in. Brrrrr. Toch maar doen, dus ik het zeven mm duikpak aan. Trees vindt het maar niks. Net hersteld van de operaties en zo en dan al die heisa, als ik maar voorzichtig ben. Dus alles aan, pak, zeven kilo lood, bril, schoentjes en handschoenen. Borstel en mesje mee en het water in. Ach de kou valt wel mee, eerst even een ketel met warm water in het pak gegoten, was advies van iemand anders, maar door het strakke pak en de riem met lood om je buik is het net of ik een korset te strak aan heb. Diep ademhalen valt niet mee en elke keer als ik weer aan de oppervlakte kom, dan duurt het even voor ik weer op adem ben. Die anderhalve long van mij zit me nu toch wel dwars en na een paar keer onder water te zijn geweest vind ik het wel best en stop ermee. Trees blij. De schelpen zijn eraf en het wieltje draait…hij werkt weer.

We kunnen weer verder. Een kleine depressie is voorbij en het ziet er gunstig uit. Met een dag kunnen we in Elfin Cove zijn en dan ligt de Golf van Alaska achter ons en kunnen we in de beschutting van de fjorden verder naar het zuiden varen.

Onze koerslijn loopt precies over een weerboei. Die liggen midden op de oceaan en staan natuurlijk op de kaart. Het zicht is al een tijdje slecht en zo staat de radar bij. Je weet nooit of die dingen er ook daadwerkelijk liggen en zo blijven we meestal mijlen ver verwijderd van deze boei. Ik heb ze in het verleden al vaker gezocht en nooit gevonden. Op de kaart staan er zelfs twee getekend en drie mijl afstand lijkt me wel goed.

Ik kijk uit het raam en schrik me rot. Op honderd meter of zo drijft een enorm geelachtig ding. Ik kijk op de radar en vind een kleine echo. Wat was dat? Het ligt stil en moet dus die weerboei zijn geweest, mijlen verwijderd van zijn kaartpositie. Wel op een snijpunt van hele breedte en lengte graden. Herlegd dus! Het heeft geen Racon of AIS en is pas op twee mijl afstand op de radar te zien. Dat betekent dat je maar tien minuten de kans hebt om dat gevaarte te zien en zo vaak kijken we nu ook weer niet en dan te bedenken dat ze het hier altijd over veiligheid hebben. Leggen ze zo’n stuk staal , bijna onzichtbaar, zomaar ergens op zee te dobberen. Die lui hebben echt geen verstand. Ieder schip moet AIS hebben en zelf gooit de overheid iets onzichtbaars in zee. Gelukkig ging het goed.

Het zit mee, de weerman zegt dat er wind uit het noorden komt en niet eens zoveel. We besluiten door te varen, Sitka voorbij en bij Decision Point/Passage naar binnen te gaan, dit is de smalle toegang naar Sumner Strait. Nog een dag en we zijn in de beschutting van de fjorden……denken we…….

Geen opmerkingen:

Een reactie posten