zondag 10 februari 2013

Roaring Forties, Furious Fifties.....

We liggen ten anker in een baaitje achter Isla Tova, heel idyllisch, dat wel, maar niet zo spectaculair als bij Isla Leones. Rondom ons zien we veel Magelan pinguïns en er speelt een zeeleeuw bij de boot.
De natuur heeft het hier van de mens gewonnen. Over het gehele eiland broeden de pinguïns onder de struiken. Hier treffen we veel meer kuikens aan in hun grijze dons vachtjes dan op Leones. Slim zijn ze niet, want als we dichterbij komen beginnen ze te schreeuwen en zijn daardoor gemakkelijk te vinden. Moeders houdt de wacht en draait onophoudelijk met haar kop om ons op afstand te houden en als je zou willen kun je de vogels zo pakken, ze pikken niet eens. Dit heeft hun vroeger bij duizenden het leven gekost. Op de oude zeilschepen dienden ze als "droogvoer".

Er staan nog overblijfselen van vroegere bewoning, een huis met een schuur, lang geleden verlaten en nu bewoond door een echtpaar Caracara's, een prachtige roofvogel. Onder hun nest, op de restanten van een oud bed, ligt het bezaait met karkassen van pinguïns en knaagdieren. Letterlijk hun laatste rustplaats en naast de schuur zelfs een skelet van een walvis. Die is natuurlijk door de voormalige bewoners genuttigd, want ik zie namelijk niet in hoe een vogel een walvis aan land kan slepen. De oude bewoners hadden een soort kelphandeltje. Op lange bedden werd de kelp gedroogd, ook daarvan getuigen de restanten. De man moet wel ambitieus geweest zijn. Hij had maar liefst vier tractoren en twee wagens, waarvan de ene op het strand is blijven steken. Echter de natuur heeft het bedrijf overgenomen en de rest is geschiedenis.

Het zware weer wat zou komen, heeft ons niet bereikt en zo vertrekken we de volgende ochtend met mooi weer richting zuid, voor de laatste 660 mijl (1200 km) naar Stateneiland. Het begint met een dikke 6 Bf schuin van achteren en onze SantanA heeft er zin in. Met één rif in het grootzeil gaan we al hard. Al gauw lopen we de Klepper voorbij, die een dik uur eerder is vertrokken. De wind neemt nog verder toe en we gaan te hard, soms tegen de 10 knopen aan en dan wordt het ruw aan boord. Het tweede rif gaat erin en de kluiver wordt ingerold. Deze zeilvoering kunnen we volhouden tot tegen de 40 knopen (8 bf) aan. De Klepper moet nu verder reven en wij blijven gewoon 8 knopen lopen. SantanA loopt nu soepeler door het water en elke keer zeggen we dat ze het geweldig doet. Het is echter weer van korte duur, de wind valt weg, we sukkelen nog een tijdje, maar uiteindelijk gaat de motor weer aan. De weersverwachting zegt dat we licht weer krijgen, maar niet zo licht! Het is bladstil en op zee heet dat spiegelglad bij gebrek aan bomen. Zo tikken de motoruren verder op.

Cabo Blanco lopen we s'ochtends aan om te wachten op meer wind en een gunstige getijstroom. Ook hier zijn er vele pinguïns en zeeleeuwen. De hele Argentijnse kust lijkt bezaaid met deze beesten, terwijl het land erg dor is. We bakken een broodje, doen een dutje en met hoogwater halen we het anker op en vervolgen we onze koers zuidwaarts. Het zeilen kunnen we eerst weer bewaren voor later! Puerto Deseado doen we niet aan, midden in de nacht roepen we ze op, geven alle gevraagde gegevens door en melden dat we er voorbij varen. Voor velen is dit een toevluchtoord bij slecht weer, maar wel een lastige en staat niet op ons lijstje van favoriete aanloopplaatsen.

Het moeilijkste stuk naar het zuiden komt nu. In de Zeeman's gidsen staat "without exaggeration, one of the toughest routes a yacht is likely to meet". We zullen wel zien, voorlopig zeilen we weer langzaam verder. De volgende dagen worden gekenmerkt door heel veel zeilwisselingen, motoruren en ergernissen. Het is prachtig zomerweer, de zon schijnt uitbundig en we moeten oppassen dat we niet verbranden. Zo motorren we de Furious Fifties in. Heel lang houden we koers richting de ingang van Maggelan Straat (Cabo Virginis), daar is nog een mogelijkheid om te schuilen voor de normale heersende winden uit het westen die hier zo meedogenloos kunnen razen. Het weer is en blijft zomers en 60 mijl voor de Virginis zetten we koers naar Stateneiland.

De motor helpt ons nog steeds regelmatig, buiten wordt het ondertussen toch kouder, maar de motorwarmte houdt ons huis redelijk warm. Wij zijn vertrokken met zo'n 1600 ltr. aan diesel aan boord. De Klepper, een 10 meter stalen Koopmans, ongeveer 170 ltr. Met zoveel onverwachte windstiltes komt daar de bodem van de dieseltank in zicht. Vooralsnog lijkt het weer niet te veranderen, maar.....er komt storm op het moment dat wij bij Stateneiland willen aankomen. Zonder wind moeten we motoren en wil je niet in een zuidwester belanden. Voor ons geen probleem, wij hebben nog steeds 1200ltr in de tank. De Klepper niet.. Onverwacht steekt er een noord oosten wind op van 4bf. De zee is en blijft vreemd genoeg vlak en zo zeilen we.....en snel! Die laatste nacht halen we een gemiddelde van meer dan 7 knopen, waardoor we het laagtij bij Puerto Hopner kunnen halen. Twintig mijl voor aankomst weer geen wind, motor direct bij, ik wil het laagwater tij nu zeker halen. Nog nooit hebben we zoveel motoruren moeten maken en dat in één van de winderigste streken.

In het fjord is een hele nauwe doorgang, 10 meter breed met maar 2 meter waterdiepte. Met laagwater zijn de rotsen goed zichtbaar en het is in de ochtend nog rustig weer, tegen de avond komt de voorbode van de storm. De gribs (weerberichten via de zender) hebben bijna altijd gelijk wat betreft "meer wind", opschieten dus. We zijn een uur te vroeg voor de ingang van het fjord. Eerst dus maar alle zeilen naar beneden en de boel inpakken en vastzetten. Stateneiland ziet er ruig uit, scherpe hoge rotsen, sneeuw op de bergen en het begint te regenen en wat hagel op de koop toe. Een kleine kennismaking met "vier jaargetijden op één dag".

In het fjord aangekomen draaien we nog een rondje naar de andere ankerplek voor noodgevallen en vervolgens draaien we om naar de flessenhals, een uur na laagwater. Slierten kelp komen ons nog tegemoet, dus het water stroomt nog naar zee. Volgens de meters staat er nauwelijks stroom, we wagen het erop. De passage is echt heel smal en als we ervoor liggen twijfelen we of dit wel gaat lukken. Langzaam varen we dichterbij, het blijft smal, maar het lijkt wel te kunnen. Snel sturend houd ik de boot op de stroom in de goede richting. Het is alsof je een smalle garage invaart, maar dan geen muren met stootranden, maar scherpe rotsen aan beide kanten. Met ongeveer anderhalve meter over aan weerszijden, swell van achteren en stroom nog steeds een beetje tegen, schuiven we er doorheen. Onder de kiel gelukkig water meer dan gedacht, maar ik moet gas bij geven om er door te komen. We sluiten het gat bijna af met de breedte van onze boot, waardoor de zuiging aanzienlijk is, maar tot onze opluchting gaat alles goed. Slingerend tussen de kelpvelden door vinden we achter een klein eilandje, verderop onze ankerplek en maken we met zes touwen verbinding met land en een dik uur later ligt ons huis weer solide in haar web.

De Klepper is niet zo fortuinlijk. Zij konden niet zo snel zeilen en voor de ingang van het fjord viel de motor uit. Diesel op! Er zit nog wat in de andere tank. Zij zeilen nu, met ondertussen veel wind, het fjord in. Daar komt de boot weer rechtop te liggen voor het laatste restje diesel. Wij hadden ze al diesel beloofd en hadden gelukkig ondertussen al 50 ltr. uit de tank gepompt en klaar gezet. De Klepper komt nog, nu met hoog water, door de smalle passage en 200 meter voor het ankerplekje is de dieseltank dan echt leeg. Snel ankeren ze op 20 meter water met een rotsbodem en het waait ondertussen hard. Snel vaar ik hen met 25 ltr diesel tegemoet. Ons 3.3 PKtje loopt (net nu) slecht en overal ligt kelp waar je in vast haak;, een half uurtje later hebben ze diesel in de tank. Hè hè, motor ontluchten en het gevaar is geweken. Op een rotsbodem houdt het anker namelijk niet zo goed en komt de wal snel dichterbij. Gezamenlijk leggen we de Klepper vast en kunnen zij eindelijk stoom afblazen. Dat was spanning en sensatie zeg, maar met een goed einde.

Foto: 1- Veel pinguïns op Isla Tova 2- Magelans maken nesten onder struiken 3- Oud walvisje 4- Caracaras zuh nu heer en meester 5- Het eiland is nu onbewoond 6- De oceaan is zo glad als een spiegel 7- Zo hadden we de Furious Fifties niet voorgesteld 8- Stateneiland in zicht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten