zaterdag 16 november 2013

Puerto Eden


Het verhaal begint in Calleta Finte. Zoals gewoonlijk stond er weer eens meer wind en was het niet fijn verder te varen. Volgens de blauwe bijbel was hier in de buurt geen beschutte baai. De Imray gids bood uitkomst en zo belanden we in een diep doodlopend fjord. Het is ondiep aan het einde en we laten het anker iets eerder vallen op 8 meter. De bergen om ons heen zijn steil en indrukwekkend met een beetje sneeuw op de toppen.

Als we de volgende morgen buiten kijken is alles anders. Het heeft flink gesneeuwd en er ligt zeker twintig centimeter aan dek. Shit…we dachten dat we dat ondertussen wel achter ons hadden gelaten, maar nee hoor, nog niet. Vandaag doen we maar niks, rustig afwachten. Gelukkig gaat het regenen en hoeven we geen sneeuw te ruimen, dat K Klusje is ons bespaard gebleven. Twee dagen later gaan we weer op pad, de sneeuw is gesmolten en de wind …die valt mee. We motoren verder noordwaarts en varen via Canal Icy naar Seno Eyre, banen ons hier een weg door het drijf ijs en komen zo weer op open water. Het is een heel eind varen, nog zo’n dertig kilometer naar Pio XI en nu al ziet deze gletsjer er indrukwekkend uit. Ze zeggen dat de wand vijftig meter hoog is en dat hij drie en halve kilometer! breed is. Een joekel. Tegen de tijd dat we dichtbij komen en enkele meters van de voet verwijderd zijn, is de wand zo groot dat je er geen voorstelling meer van kan maken. Het is een grote ijsmuur en er is geen referentie meer en zodoende is het minder mooi. Er liggen geen grote brokken ijs voor, alleen wij…. Het is een joekel, maar eigenlijk vinden we de kleine steile gletsjers uit het zuiden mooier.

Op weg naar Puerto Eden doen we nog een Caleta aan, Caleta Piemonte, nou die schrappen we uit de favorietenlijst. Het waait helemaal niet zo hard uit het noorden, maar de rachas gieren om ons heen en komen van alle kanten. Natuurlijk liggen we goed vast, het anker zal wel houden, hopen we en de wind houdt ons de hele nacht wakker. Anker alarmen en plotters staan aan er gebeurt niks, maar door de wind worden we steeds van de ene kant naar de andere kant geschoten. Het is onrustig. Dit is meer Caleta Onrust. De ligging is ook niet goed, te groot en te open, alleen voor rustig weer.

Om zeven uur vertrekken we met bestemming Puerto Eden. In de jaren zestig zijn hier de laatste indianen neer gezet, verbannen. Ze liepen in de weg en hier… waren ze ver weg, heel ver weg van de eerst mogelijke bevolking en konden ze niet meer zoveel in de weg lopen. Het blijft een hele nare manier van omgaan met je medemens. Na een regenachtige ochtend, worden we in Puerto Eden ontvangen met zon. Een Franse boot ligt hier al en nu liggen we er met z’n drieën. Zo ligt er maanden niets en dan ineens drie boten.

We gaan met de bijboot naar de Armada, ff anderhalve kilometer verderop, laten de papieren zien en verder hoeven we niets in te vullen, dus dat is een makkie. Nadien leggen we vast aan een steiger en gaan over de plankieren weg een rondje door het dorp maken. Geen weg, geen auto’s, maar wel generatoren, motorzagen, allemaal armzalige huisjes, waarvan sommige tegenwoordig dienen als zomerhuis, daar de bewoners ergens anders zijn gaan wonen resp. werken. Ook is er een gloednieuwe Ferry Terminal, waar de Ferry niet kan aanleggen. Uitgerust met zonnepanelen en mooie geluidloze windgenetoren die op onze boten niet zouden misstaan. De Ferry (Navimag) wordt op zeer speciale wijze gelost, een horde kleine en grotere bootjes vaart uit, allemaal geel met rood van kleur, wachten tot de Ferry ten anker ligt, varen naar de laadklep en halen daar de bestelde waar af.

De plankieren worden ook deels vernieuwd, volgens ons geen overbodige luxe, op sommige plaatsen zak je er bijna spontaan doorheen. Op onze wandeling komen we Maria tegen, zij woont hier al 45 jaar en laat ons haar eigengemaakte brood proeven. Het blijkt dat ze alleen voor de zeilboten brood bakt en hier een zakcentje mee verdient. Nou voor ons is het een mazzeltje, een paar dagen geen brood bakken. Het komt uit een hout gestookt kacheltje en er passen 6 broodjes in de oven. Volgende dag heerlijk vers brood. Het loopt tegen de middag wanneer we het brood op kunnen halen. Maria staat ons al op te wachten en we moeten binnen komen. Ze heeft voor ons gekookt, een Sopa, en of we maar aan het tafeltje willen plaats nemen. Binnen is het warm, veel meer als een slecht onderhouden schuurtje is het niet, maar de houtoven staat centraal in het midden en geeft een behagelijke warmte af. De conversatie loopt wat stroef, zij spreken natuurlijk alleen iets wat op het Spaans lijkt en wij ….wij spreken alleen wat normaal Spaans. Samen komen we er wel uit en zo vragen we over en weer naar onze familie en wat we zoal doen. Op de achtergrond staat een tv, alleen praatprogramma’s zeggen ze, dat zijn de kosteloze zenders, want veel geld bezitten ze niet. Toch…lijkt de bevolking mij niet ontevreden. Tijdens ons bezoek gaat zomaar de tv uit, stroom is op en zo gaan de vriezers en koelkasten ook uit. 

Puerto Eden heeft nu nog net meer dan honderd inwoners. Vroeger waren dat er veel meer, wie wil hier nou blijven? Toch straalt het dorp een bepaalde rustige harmonie uit, iedereen doet een beetje, niet zo veel en zeker niet zo snel, maar ze zijn bezig. De visserij ligt letterlijk op z’n gat, deels door de Marea Roja en bovendien hebben ze geen koel/vriesinstallatie om gevangen vis op te slaan en later te verkopen. Hierdoor zijn ze meer dan voorheen afhankelijk van de Ferry, die twee keer per week langs komt. Er zijn twee winkeltjes waar je van alles kunt kopen. Het ene wordt beheerd door een antiek echtpaar. Ze doen het nog, weliswaar gaat lopen moeilijk, maar rekenen gaat nog best. Deze oude mevrouw wil graag haar laatste kip uit de vriezer verkopen voor tien euro. De kip is koud, een beetje zacht en wat plakkerig, maar hoelang woont deze kip al in haar vriezer? Hier staan die apparaten vaak uit. Het lijkt ons in ieder geval beter dat het kippetje in de vriezer blijft wonen, dan gebeurt er niks.

Nadat de Ferry is geweest kopen we in het andere winkeltje wat verse spullen. Appels, peren worteltjes, tomaten en een paprika. We zijn snel tevreden. Zelf hebben we voorraad genoeg en hoeven voorlopig geen honger te lijden.
Tegen de tijd dat we vertrekken halen we nog een paar broden bij Maria. Weer naar binnen, koffie drinken en lekker vers brood met jam. Ze vinden het fijn en wij voelen ons welkom. Het leven is hier simpel. De volgende morgen trekken we het anker uit de grond en trekken verder noordwaarts.

Puerto Eden, het heeft wel wat…..


Ps. bij de laatste drie verhalen zijn nu ook weer foto's geplaatst.

1 opmerking:

  1. woow, mooi dat verhaal over de winkeltjes en de mensen die blij zijn weer even afleiding te hebben, door jullie komst.
    de verhalen en de armoede wordt nog duidelijker door de foto's
    xx

    BeantwoordenVerwijderen