zondag 21 oktober 2012

Een adembenemende tocht.....

  
 
 
 
   
 
 
 
 
   
   
   
   
   
Vanuit San Antonio de los Cobres pikken we weg 40 op naar Cachi, onze volgende bestemming, waar we een dagje rust nemen. Weer stenen en veel stof, soms is de weg glad en jagen we met 80 km/u, vaak blijft de snelheid steken op 40 km/u en rammelen we lekker door elkaar. Ook hier zijn er veel ezels, of ze tam zijn of wild weten we niet, er is geen mens te bekennen. De meeste nederzettingen die we hier tegen komen zijn verlaten en ingestort, trouwens wie wil hier nu wonen. Het meest verbazingwekkende feit is wel, dat kom je zo'n afgelegen hutje tegen, dan staan er zonnepanelen. Niet dat daar iets tegen is, maar de woestenij en de moderne techniek voelen een beetje tegenstrijdig.

We rijden steeds hoger en de weg begon al op 3800 mtr. Geen idee wat we tegen komen, maar het uitzicht is indrukwekkend. Regelmatig zien we in de verte Vicuna's en een soort toendra. Deze toendra's zijn deels bevroren, soms stroomt er water en soms is het ijs en volgens mij zitten we behoorlijk hoog. Ik merk het ook aan m'n ogen, die beginnen zeer te doen. Nog een bocht en we zijn op het hoogste punt, bijna 5000 meter!! Wouw.. nog nooit zo hoog geweest. In Europa in het hoogste punt die van de Mont Blanc, ergens in de buurt van 4800 meter. We hebben uitzicht op besneeuwde bergtoppen van meer dan 6500 meter en wat een vreemde constructie hebben die. Het lijkt wel of deze bergkam slagaders heeft. Erosie natuurlijk, maar je kijkt er wel vreemd tegenaan.

Ons bergweggetje wordt nog smaller, nog gevaarlijker. Ann knijpt een oogje toe en de spanning is van onze gezichten af te lezen. Het valt wel mee en beneden aangekomen rijden we een nieuwe vallei in. Hier komen bomen in lentetooi, beginnen de boeren akkers te ploegen. Regelmatig steken we riviertjes over die door deze fascinerende natuur lopen en meteen als irrigatiekanaal dienen. Overal op deze reis zien we "de Wachters", meters hoge Kandelaar (Los Cardones) cactussen. Het lijkt soms alsof ze een helling aflopen en zich verspreiden in het dal.

Het is tijd voor een lunch en dus steken we af naar het dorp La Poma. De dames kloppen aan bij een eetgelegenheid die op het eerste gezicht gesloten lijkt! Het blijkt een hostel te zijn en mevrouw wil voor ons wel een maaltijd bereiden. We krijgen het traditionele Milanesa en het smaakt voortreffelijk. Weer zo'n plezierige verrassing.

In de namiddag komen we dan aan in Cachi. Een origineel (Spaans) stadje en nog geheel in takt en natuurlijk toeristisch. We genieten hier een dagje, eigenlijk moeten we een beetje bijkomen. De volgende dag vervolgen we onze weg richting Salta. Dit traject voert ons door het nationale park van de Cardones. Een "leger" van cactussen dat staat te wachten totdat het in aktie kan komen. Ze groeien heel langzaam en de meeste die we zien zijn meer dan 50 jaar oud. De eerste 5 cm doen ze wel 10 jaar over, totdat ze beter vocht kunnen vasthouden, dan gaat het wat sneller. Ook nu passeren we een pas op slechts 3500 meter. Er staat een piepklein kapelletje en de dominee doet zijn zegje. Hij is in ieder geval al dichter bij de hemel. Terug in het dal is het hier lente geworden en staan er veel bomen in prachtige roze, paarse, gele en rode kleuren te pronken. Het is zaterdagmiddag wanneer we in Salta aankomen. Het is over en we gaan weer terug, maar wat een geweldige tocht!!.... en weer tijd voor een biertje.

Foto 1- veel ezels, 2- naar Cachi, 3- hoogste punt, 4- vreemde berg, 5- onze bergweg, 6- spanning in de auto, 7- kleurenpracht, 8- riviertje, 9-fascinerende natuur, 10- hotel Cachi, 11- Los Cardones, 12- alle soorten, 13- het is roze, 14- Salta, als laatste.

zaterdag 20 oktober 2012

Expeditie in de Andes

  
        
 
 
   
   
   
Vanaf Iruya voert onze weg weer omhoog over de 4000 meter pas. Ann vindt het soms maar niks, de zijkanten zijn onbeschermd en lopen steil naar beneden. Hoogtevrees heeft zijn grenzen en zo wisselt Trees zo af en toe met haar van plaats. Gelukkig gaat alles goed en komen we veilig aan op de verharde weg. Salinas Grandes is ons doel voor vandaag. Het is een grote zoutvlakte op grote hoogte en ooit een zoetwatermeer geweest. Er wordt nog steeds zoutwinning toegepast en het tafelzout wordt uit de poeltjes gewonnen. De uitgestrektheid maakt deze plek zo interessant. Later wanneer we meer dan 100 km verder zijn en op bijna 4500 meter hoogte rijden, zien we deze vlakte nog steeds schitteren. Heel mooi! We pikken Ruta 40 op, onverhard natuurlijk. Ruta 40 is de langste en de oudste weg in Argentinië. Hij is meer dan 5000 km lang en is de verbinding van Ushuaia naar Bolivia, grotendeels onverhard en vol met wasborden en gaten.

Wij rijden zo uren over deze trillende en hobbelige stoffige weg. Zo maar uit het niets komen er Guanaco's of Vicunas te voorschijn, een soort lama's. Wat nu wat is, is moeilijk te achterhalen, ze lijken wel een beetje op elkaar. Het is niet druk, maar zo af en toe komt er een tegenligger. Eerst zien we een stofwolk en later de auto, dan stoppen we en maken een praatje van hoe ver het nog is en of de weg goed is. We zijn blijkbaar midden in de outback, ver weg van alles. Gek genoeg zien we zo nu en dan, in de middle of nowhere, een begraafplaats. Het lijkt wel het wilde westen hier. Gaaf!

Na uren rammelen is het tijd voor een pafke en ....er loopt hier weer een ander soort lama rond. Ze hebben wel rare koppen hoor, doet me wat denken aan een aaseter, terwijl het toch van "groente" houdt. Het loopt tegen zonsondergang wanneer we San Antonio de los Cobres binnenrijden. Een stoffig grijs mijnwerkersdorp. Het is helemaal niets, alleen zooi! Wel ligt het op 3750 mtr hoogte en dat geeft adem tekort. Vooral als je in bed ligt (vlak) krijg je het soms even benauwd.

Dit dorp is bekend geworden door de Tren de las Nubes, trein in de wolken. We gaan op zoek naar één van de grote viaducten en vinden die 15 km verder in the middle of Stone. Man wat een stenen en wat een erosie, alles ligt los. Toch komt er nog veel meer steen en stof als we over de Ruta 40 naar Cachi gaan.

Foto 1- Salina's Grandes, 2- zoutwinning, 3- groots, 4- de eerste, 5- zo maar een begraafplaats, 6- 100 km stof, 7- soort lama, 8- viadukt des Nubes 9- jarige lama.

vrijdag 19 oktober 2012

Salta, aan de voet van de Andes

  
 
 
We zijn er, pff.... weer 20 uur in de bus. De Flechabus was ouder en niet zo schoon, vooral de wc, leeggelopen pampers en veel water, omdat ze daarmee de bril schoonspoelen?!, maar we zijn er. In de verte liggen de grote bergen en het is warm in Salta. Nadat we ons onderkomen hebben geregeld, is het tijd voor bier en natuurlijk nemen we een "Salta" biertje. We beginnen met een "negro", gelijk aan bruin bier en het smaakt ons lekker. Het centrum van Salta is origineel, fraai en gezellig en nadat we wat geacclimatiseerd zijn bezoeken we het beroemde MAAM museum. Hier wordt de historie van de Inca's verteld en hoe zij op de hoogste toppen (6700 mtr) van de bergen hun mooiste kinderen offerden, die ze dan wel eerst drogeerden, alvorens ze daar in de kou achter te laten. Drie van hen zijn hier te bezichtigen. In totaal zijn er ondertussen 28 van deze offerkinderen gevonden.

Zondag halen we onze Hertz auto op en gaan op weg naar het uiterste noorden. De tocht voert ons langs landschappen waarin knalrood bloeiende bomen staan. Dit is de nationale boom van Argentinië, heeft vlgs de boeken Karmozijn rode bloemen, heet Ceiboboom en in het Nederlands "Kapokboom". Onze eerste bestemming is Purmamarca, het dorp met de "Cerro de siete Colores". Op de (toeristen) markt zijn ook even zo vele kleuren te koop.Voor vandaag rijden we nog een stukje verder en vinden in Maimara een hostel. Dit dorp lijkt meer op een spookdorp, er is tussen 13.00 & 17.00 uur niemand op straat en dat is net de tijd dat wij daar aankomen.

Humahuaca is ons volgende dorp en de Quebrada (Canyon) de Humahuaca dankt hieraan haar naam. We komen nu meer in de Andes en de bevolking ziet er anders uit. Het stadje en haar bevolking zijn zeer fotogeniek; voor ons is alles anders, mooi voor de fotograaf. Ook hier is er maar één flappentap en is het wachten geblazen. Geen straf, want het is hier levendig en er zijn genoeg stalletjes om te shoppen. We bevinden ons ondertussen op 3000 mtr. hoogte en dat dwingt tot rustig aan doen, gezien het lagere zuurstofgehalte in de lucht. Hier eten we onze eerste traditionele maaltijd, Locro. Dit was met (een beetje) vlees en oranje pompoen en eh..... Nou ja zoiets. Het was lekker!

In de middag moeten we verder. We willen in Iruya overnachten. Het is maar 60 kilometer, maar wel onverhard en deze weg voert met vele bochten over een pas van 4000 meter. Iruya ( 2730m) is niet veel meer dan een gehucht in de bergen. Echter die bergen zijn van een bijzonder kaliber. Hoog, geen solid rock, vol erosie zeer kleurrijk en indrukwekkend. Het lijken wel kathedralen. Nagenoeg droog staande rivieren vloeien tussen de bergen door en lijken op afstand meer op grijze gletsjers, versierd met zilveren slingers. We blijven hier twee dagen en kunnen zo een mooie vermoeiende adembenemende wandeling maken naar het drie uur verderop gelegen dorp San Isidro, waar we bij een vrouwtje lekkere empanada's hebben gegeten (tegen betaling natuurlijk).

Foto 1- onderweg, 2- MAAM museum, 3- rode boom, 4- kleurtjes, 5- bijzonder landschap, 6 en 7- uit humahuaca, 8- Iruya, 9- slingerweggetje, 10- berg kleuren, 11- heet en lucht tekort, 12- stenen gletsjer.

dinsdag 16 oktober 2012

De Cataratas de Iquazú

Het is fris, we hebben truien en jassen aan en wachten buiten op het terras voor de ingang van het busstation op Udo en Ann. Zij moeten uit Colonia komen met de veerboot, wij zijn te vroeg en zij kwamen wat later. Het wachten duurt lang, zeker als het koud is, maar de zon schijnt en om 13.00 uur zijn ze er dan.

Eerst even warm worden met koffie en dan zoeken we onze bus op. Het eerste traject naar Iquazu reizen we met Via Barilodge, een mooie schone bus met ruime stoelen. Zoiets als business class in de vliegtuigen, zonder oorsuizen, wel met een hostess.

We genieten van het uitzicht over de delta en hebben met Udo en Ann veel te kleppen en zo verstrijkt de tijd. Na een aantal bushaltes en drie speelfilms wordt het dan tijd om de oogjes dicht te doen. We hebben dekens en de temperatuur in de bus gaat omlaag. Het wordt zelfs koud, heel koud. Gelukkig waren we hiervan een beetje op de hoogte en namen we ijsmutsen mee. Kun je het je voorstellen, we rijden in de tropen en zitten in de bus met ijsmutsen op, Brrrrr. We zijn niet de enigen, velen volgen ons voorbeeld. Wel een beetje vreemd hoor, helemaal begrijpen waarom de airco zo koud moet staan doen we niet. Enfin van lekker slapen komt niet veel en als de zon weer op komt zijn we dan ook lichtelijk geradbraakt.

Het loopt tegen negen uur, wanneer we Puerto Iquazu binnen rijden. Het is wel een beetje toeristischer geworden sinds 1982. Alles en ook alles draait hier om de toeristen. Het eerste wat we doen is de bus boeken voor ons volgende traject naar Salta en daarna gaan we op zoek naar een onderkomen voor twee nachten. Man.... in een uur is alles geregeld en slapen we bij "Peter Pan" op één kamer met z'n vieren. Mooi geregeld, nietwaar?
"Peter Pan" heeft een zwembad en een openbare keuken. Het zwemwater is toch echt te koud, je tenen trekken er krom van en de keuken stelt helemaal niks voor, maar we kunnen grillen en dat doen we dan ook. Lekker!

Die eerste middag reizen we af naar de grootste watervallen van de wereld, de Cataratas de Iguazú. Ze waren 4 km breed, maar dat is nu nog 3,5 km, nog steeds behoorlijk breed toch? De naam komt uit de Guarani (oorspronkelijke bewoners) taal en betekent "groot water". In Brazilië loopt de rivier over een hooggelegen basaltplateau en dat "stopt" op de grens met Argentinië plotseling. Het water valt daarna ca. 70 meter naar beneden en daar stroomt de Rio Iguazú dan weer rustig verder.
Vele scènes van bekende films hebben zich hier afgespeeld, zoals Moonraker van James Bond. Mede hierdoor zijn de Cataratas beroemd geworden en dat is te merken.

Wij zijn er in het laagseizoen, maar er worden bussen vol toeristen gedropt. "Gouwe handel, gouwe handel meneer Sonneberg". Ja, er moet entreegeld betaald worden. Het water vloeit niet voor niks over de rand, dus mag ik ff vangen!! Het valt wel mee, 130 pesos p/p, ca € 20,-. Als je braaf bent en niet stiekem in het water klimt mag je de volgende dag terug komen voor half geld.
Aan de Argentijnse kant kun je langs de hele waterval lopen, zowel aan de bovenkant als wel aan de onderkant. Het natuurgeweld is indrukwekkend! Foto's zeggen meer dan duizend woorden en je moet er geweest zijn om dit te voelen, maar het lawaai van vallend water, de felle zon, de opstijgende waternevel in combinatie met prachtige bomen is overweldigend. Je staat er voor je gevoel middenin.
Overal vlinders met meest exotische kleuren, niet zo groot, maar heel mooi. Natuurlijk zijn er brutale apen, die je de koekjes uit je hand rukken (en er staat nog zo "niet voeren"), wasbeertjes, roofvogels, gieren en een toekan. Toeristen zijn er ook, gelukkig is er veel ruimte. Morgen komen we terug voor het grote gat, "de keel van de duivel", in het Spaans "garganta del diable"...... en die heeft me een grote keel.
Over stalen wandelpaden gaat het de volgende dag naar "de Keel". De ontwikkeling voor toeristen heeft ook voordelen, want je kunt nu heel dichtbij de waterval komen en dus ook bij "de Keel". Met veel geweld stort het water over de rand en hult ons in een nevel van fijne waterdruppels. Ach, het is warm weer en we zoeken net buiten het nevelgebied een plekje om te drogen, te eten en nog even na te genieten. Hier zien we een zwarte vogel met blauwe "wenkbrauwen", daar de uitleg op het bord alleen in het Spaans is, kunnen we hem geen naam geven.

Er rijdt ook een treintje en daarmee gaan we terug. De rij wachtenden is toch wel lang, maar gelukkig kunnen we na 10 minuten instappen en langzaam "tjoekeren" we dan naar het "station". De wandelaars gaan ons vooruit. Wij pakken nog een terrasje, nemen een pilsje en gaan op weg naar de uitgang en de bus.

Foto 1- watervallen 2- wel 3.5 km breed 3- blauwtje 4- Toekan in the wild 5- kapucijner aap 6- vlindertjes 7- garganta del diablo 8- niks blijft droog





vrijdag 12 oktober 2012

Buenos Aires, El Ciudad (deel 1)


 
 
 
 
 
 
Voordat we verder gaan moeten er ook nog klusjes gedaan worden, op een mooie dag krijgt het grootzeil aandacht en op een minder mooie dag het afval rondom ons heen. Soms waait het zo hard, dat er behoorlijke rollers onder ons doorlopen. Gelukkig is het vaker mooi weer en kunnen we vaker op pad. Aan de Avenida Santa Fe vinden we een bijzondere boekwinkel, El Ateneo, een romantische theater voor boeken, met een wel heel bijzonder sfeertje.

Midden in de stad ligt de oude begraafplaats, Recoleta, ook al met zo'n apart sfeertje. Alle grootheden uit het verleden hebben hier een plekje gekregen, zo ook Evita Peron, Belgrano en Altmirante Brown. Sommige van deze minikasteeltjes zijn werkelijk prachtig aangelegd en onderhouden, maar ook vele hebben last van ingestorte daken en zijn eigenlijk volledig in verval, zwart graniet is ook erg in trek en meteen pompeus. Je bovengrondse status moet je zelfs nog laten zien, terwijl je al onder de grond ligt. Het onder de grond liggen is betrekkelijk, want de kisten staan op "schappen" achter een gesloten deur of liggen in de kelder eronder. Al deze voor dit land beroemde mensen vind je terug in de straatnamen.

Op weg naar het plein van de negende juli vinden we langs de weg een soort kapokboom. Het is een prachtig gezicht al die witte bolletjes in de boom en we weten nu hoe kapok groeit, aan de boom dus. De weg die rond de Obelisk voert moet de breedste van de wereld zijn. Het is zondag en daardoor zijn er gelukkig niet zoveel auto's en kunnen we op ons dooie akkertje met de fiets al die banen oversteken en zo komen we in het volgende stadsdeel van Buenos Aires.

Foto: 1- klusjes 2- afval in de baai 3- onrust op de La Plata 4- boekwinkel El Ateneo 5- Kapok boom 6- Cementerio de la Recoleta.

woensdag 10 oktober 2012

Buenos Aires El Ciudad de Tango (deel 2)

 
 
 
Hai hai, daar zijn we weer, we fietsen verder langs theater Colon en zijn op weg naar Plaza de Mayo, waar o.a. Casa Rosada staat. Dit huis heeft haar kleur te danken aan een gebrek aan echte verf en zo werd er gebruik gemaakt van kalk vermengd met ossenbloed. Nu staat er een prachtig regerings-gebouw in een roze tint en heel herkenbaar vanuit onze eigen boerderij in Ruinen. Ook in Drenthe werd ossebloed gebruikt voor de rode kleur in de huizen.

Vanaf hier ligt de oude wijk San Telmo op een steenworpafstand. Sommige straten staan vol met kraampjes en er is van alles te koop, natuurlijk heel veel toeristenspul. Wij vinden hier o.a. warme berenmutsen voor later als we in het zuiden zijn. Het is er druk en overal wordt muziek gemaakt, zo bij elkaar staat er wel een paar kilometer aan stalletjes en lijkt er geen eind aan te komen. Gelukkig verkopen ze bijna allemaal dezelfde prullaria en hoeven we niet alles precies te bekijken. We stromen gewoon met de massa mee naar het einde van de stalletjesallee. Het weer wordt ondertussen wat minder, de zon houdt op met warmte afgeven, tijd om af te taaien. Op de terugweg worden we verrast door een heel bijzonder danspaar. Zij.... zij gaan er echt voor! Dit is toch wel de stad van de tango, ergens anders zie je dit niet.

Het is nog zeker 15 kilometer terugfietsen en onderweg passeren we een paleis met een grote tuin en daarin een hele grote bloem. Eentje van rvs, een heeeel sterk soort. Vooreerst was dit de tangostad, het is tijd voor vakantie. Samen met Udo en Ann van de Orca gaan we op stap. We gaan kilometers vreten.

Foto: 1- Hai, hai 2- Casa Rosada 3- San Telmo 4- Rvs bloem 5- San Telmo 6- echte Tango 7- en echte liefde.