woensdag 30 augustus 2017

De Azoren, eilanden vol ( mannetjes) koeien,


Sommige zeilers zeggen dat het traject van Bermuda naar de Azoren gemakkelijk is. Wij hebben dat niet helemaal ervaren. Natuurlijk hoeft men niet tegen een stevige Noord Oost passaat in te zeilen en zou onder andere de stroom nu met ons mee zijn. Nee ..zo was het niet helemaal.

Wij hadden die veertien dagen, dagen met helemaal geen wind, hele stevige wind recht van voren en van tijd tot tijd een kleine storm. Klein, omdat we preventief veel verder zuid zeilden, dan het Jimmy Cornell boek adviseert. Hierin staat, dat men naar achtendertig graden noord moet varen om voldoende westenwind te houden. Gezien het hele weerpatroon van de afgelopen weken leek het ons verstandiger om honderden mijlen zuidelijker te blijven, op de 33/34ste breedtegraad, om zo niet meer dan veertig knopen wind te krijgen. Alle lagedruk gebieden kwamen veel verder zuid, dan gemiddeld en de stroom was soms mee, maar soms ook met twee en een halve mijl tegen. Op dat moment hadden wij 35 tot 40 knopen wind van achteren, dus kwamen we nog steeds goed vooruit. In al die wisselende omstandigheden zeilde en motorde SantanA gewillig en best wel comfortabel en uiteindelijk landen we op ons eerste eiland van de Azoren, Flores wel te verstaan.

Flores heeft een jachthaven, voor ons veel te klein en trouwens overvol dus ankeren wij voor de deur. Een aardige ankerplaats als er maar geen noord wind komt.
Op het eiland lijkt het wel dat de tijd stil heeft gestaan. Alle moderne zaken zijn er wel als dure auto’s, internet, smartphones, maar aan de andere kant karretjes met ezels, melkbussen, simpele winkels waar van alles te koop is en armoedige huizen. Totaal anders dan Bermuda. Toch is het op beide eilanden heerlijk wandelen.

Onze ankerplaats ligt tegen een wand van hoge kliffen aan en elke avond worden we getrakteerd op een overweldigende kakafonie van geluiden, die soms klonken alsof er een groep katten aan het miauwen was. Het zijn allemaal vogels, Corey Sheerwater en wat kunnen ze een lawaai produceren. Uren lang gaat het door en dan plotseling, als of er een dirigent staat, is het over. We zijn er van onder de indruk.

Dan komt de noorden wind en….de golven. Een dag houden we het uit, daarna wordt het te gortig en besluiten om het hazenpad te kiezen. Ons windje schiet zo af en toe uit naar de veertig knopen en veel zeil hoeven wij niet te zetten. Ons schip heeft er wel zin in en zet het op een lopen en we hoeven in elk geval niet te motorren.

Ons tweede eiland Sao Jorge is slechts vierentwintig uur verder. Bij aankomst zeiden onze Engelse vrienden van de Quicksilver dat het een ruig ritje was en dat was eigenlijk wel waar. Elke keer zijn we ook zo blij dat ons scheepje zich zo gemakkelijk laat varen. Wij hadden er deze keer niet zo’n last van, gewoon niet te veel zeil op, beter comfortabel en iets langzamer. We hebben ons hier getrakteerd op een week in de haven aan de kade muur. Af en toe moest je wel bijna in spagaat kunnen om van en op de boot te komen….maar we zijn nog steeds lenig.

Sao Jorge is een simpel vulkaan eilandje, met simpele dorpjes, het leven hier lijkt eenvoudig en het staat vol met koeien. Het landschap is prachtig groen en beneden golft de blauwe zee. Ja …de tijd gaat hier schijnbaar langzamer, toch wordt het tijd om verder te gaan. Orca gaat vast vooruit naar Nederland en wij varen met tien zeilboten tegelijk naar Terceira. Het aantal zeilboten is behoorlijk toegenomen, waardoor havens overvol zijn en er ook altijd wat om je heen zeilt. De Azoren zijn geen verlaten eilanden meer en dat is wel een beetje jammer.

Angra do Heroismo, een Unesco stad, is de volgende bestemming. De haven is vol en veel te duur en we ankeren met ons allen voor de deur. Beetje rollerig, maar wat geeft dat en er is feest in de stad. Gezelligheid alom en gratis muziek en veel ..en heel luid,….en heel VALS, tot in de vroege uurtjes en dat is iets minder leuk.

De stad is prachtig en staat terecht op de Unesco lijst. We slenteren door de straatjes, kijken in de winkeltjes en genieten van de vele terrasjes. Op de vele pleinen worden dansfestijnen gehouden en in de straten marcheren de Brass blazers. Op de laatste dag verzamelt de gehele gemeenschap rond de haven om ademloos toe te zien hoe men mannetjes koeien, lees stieren, uitlaat aan een lang touw. De stier is niet altijd even gewillig en heeft daarom 10 krachtpatsers die het touw vasthouden.

Het is allemaal een beetje tam, de stieren hebben er ook geen zin in, ze worstelen regelmatig met dat lange touw en glijden daardoor ook nogal eens uit. De heren wachten wel totdat het over is. Slechts eenmaal is er een te heldhaftig persoon die de stier teveel uitdaagt. Beiden zetten het op een rennen en de voorste krijgt nog net een duwtje van achteren en valt met een grote plons in het water. Verder helemaal geen bloed, geen afgerukte ledematen, geen ziekenauto’s, helemaal geen actie. Ja….het was wel een beetje tam, maar wel veilig.

Later, wanneer we met elkaar weer verhuisd zijn naar Praia, maken we kennis met de boeren en beheerders die de mannetjes koeien fokken en opleiden voor het ware stierengevecht. Ze zijn trots op hun vak en daarom wordt er elke zondag bij de arena een BBQ gehouden. Eten en drinken is gratis en vriendelijkheid al om. Het is daar dan aangenaam verpozen. Grootste uitdaging is hoe ze de stier kwaad kunnen krijgen, aan een touw kunnen uitlaten en pootjes laten geven. Het zijn kunstenaars.

Praia ligt ook op Terceira en heeft grote breakwater, dijken, waardoor het prima beschermd is voor de altijd voorkomende oceaan golven. Jaren geleden kwamen we in Sao Francisco du sul, Brazilië, de Skua met Mia en Wijtze tegen. Zij zijn hier aangekomen, gaan wonen en natuurlijk zochten we ze op. Het was alsof we al jaren samen optrekken. Zo gemakkelijk gaat het om de draad weer op te pakken. Uren en uren praten en drinken we samen. Zo gezellig, we werden er schor van, zoveel hadden we elkaar te vertellen. Met recht gold hier het gezegde , Gezelligheid Kent Geen Tijd.

Terceira is eveneens een vulkanisch eiland en het staat vol met koeien. Wanneer we boven op een vulkaantop staan zie ze je ook overal in bosjes staan. Het landschap is fraai en straalt geborgenheid uit en overal staan grote bossen hortensia’s langs de weg, ze mogen dan van oorsprong uit de Himalaya komen, ze geven het eiland kleur. Het is zeker plezierig hier te zijn. Het eiland is niet rijk, maar het heeft alles en we kunnen ons voorstellen dat Mia en Wijtze hier willen wonen. Leuk is dat ook aan deze kant van Terceira de stieren worden uitgelaten. Ook aan een lang touw met vele baasjes. Het beestje mag dan even door de straten rennen. Even de benen strekken en iedereen kijkt naar je. Het is een heel sociaal gebeuren en alle locals komen er op af, velen om de stier ook een beetje op te hitsen…..afleiding van alle beslommeringen of manmoedigheid.

Ook komt er voor ons aan dit schouwspel een eind wanneer er zich een goed moment aandient om duizend mijl verder te varen naar Spanje. Het weer speelt niet altijd mee en een goed moment voor de tweede keer laten schieten is vragen om…..We gaan.


 

dinsdag 8 augustus 2017

Voortgejaagd…..


Hoogste tijd om Santiago de Cuba te verlaten. Voor een aantal dagen is de wind ons gunstig gezind. Tenminste dat wordt beloofd. Normaal staat hier de Noord Oost passaat te blazen en nu … geen wind of variabel. We zien wel, in ieder geval moeten we weg. Ook worden de boten hier steeds smeriger. Er valt van alles uit de lucht en je wilt niet weten wat dat is. Soms zwart en soms geel en het geeft gele stippen op alles en is nauwelijks te verwijderen.

De laatste controle of we geen Cubanen illegaal meenemen en dan zijn we vrij om te gaan. Nu moeten we echt weg, anders moeten we opnieuw inklaren etc. etc.

Zoals gewoonlijk motoren we de baai uit en slaan na het fort links af om nog een dagje langs de Cubaanse kust te varen. Veel radio verkeer is hier in Cuba niet, totdat Guantanamo Bay in bereik komt. Een Amerikaanse basis en beroemd geworden vanwege de zware criminelen die hier gehuisvest worden. Hoe bedenken ze het. Wij worden duidelijk gesommeerd om op drie mijl afstand te blijven op straffe van allerlei dreigementen. Stel je voor dat zo’n zware crimineel naar ons toe zwemt. Typisch Amerikaans om dit gebiedje uit te roepen tot het meest gevaarlijke van de wereld. We zijn de dreigementen ondertussen wel gewend. Ook is er druk verkeer op de radio, zijn er plotseling laag over vliegende straaljagers en nog meer van dat soort drukdoenerrij. We zijn weer blij als we buiten bereik van al dat gedoe komen en alleen nog radio contact hebben met Orca die pal achter ons vaart.

Voordat we de Bahama’s achter ons laten en de oceaan opvaren, willen we nog wel gezamenlijk ergens zwemmen. Onze enige zorg is alleen dat je niet te dicht bij de Bahama kust moet komen. Er is overal controle en we hebben geen zin om voor 300 dollar in te moeten klaren. Het maakt niet uit of dat voor drie minuten of voor drie dagen is, het kost gewoonweg zoveel.

Het weer is ons nog steeds gunstig gezind met nauwelijks wind en we hebben ons oog laten vallen op een rif ver weg van alles. Een rif dat nauwelijks boven water uit komt, net voorzien van twee zand heuvels en nauwelijks te zien en minstens 70 kilometer van het dichtstbijzijnde eiland. Binnen het rif zal er wel minder deining staan en dat is wat wij zoeken. Kunnen we ff rustig ankeren en zwemmen.

Heel ver in de verte zien we dat er schepen liggen. Het lijkt wel een Supplyer. Wat moet die hier nou! Worden we nu nog gecontroleerd? Nou ja ….we komen vanzelf dichterbij.

Pas als we op twee mijl van ons rif, wat Hogsty Reef heet, genaderd zijn dringt het tot ons door dat deze Supplyer niet meer verder vaart. Ze ligt gestrand op het rif en met de verrekijker zien we nu ook dat het andere koopvaardijschip ook is gestrand. Zo midden in de oceaan is dit rif niet zo goed zichtbaar en als het lange tijd ook niet zo goed op de kaart heeft gestaan is dat duidelijk een probleem voor de scheepvaart geweest.

Heel voorzichtig varen we over de rand van het rif, de bodem is goed zichtbaar. We hebben nog bijna twee meter onder de kiel en volgens de kaart moet er genoeg water staan, maar hoe betrouwbaar is die kaart??. .. ..We willen niet zo eindigen als die andere twee. Trees staat voorop en metertje voor metertje schuiven we over het rif. De swell neemt af en een mijltje verderop gooien we het anker uit in wat van boven lijkt op zand.

Yes we did it!

Te water, want daar kwamen we voor, en zwemmen naar Orca toe. Onder ons maakt een Leopard Ray zich snel uit de vinnen. Het water is kraakhelder en lekker warm. Dat zal in Bermuda en verderop in de Azoren wel anders worden. Nu nog ff genieten. Aan boord bij Ann en Udo doen we een biertje en dan weer terug. We moeten verder. Het weer blijft niet zo rustig. Morgen staat er voor deze plek 30 knopen voorspeld en daar hebben we geen zin in. Op dezelfde manier varen we het rif uit en laten die lugubere schepen maar snel achter ons.

Het traject naar Bermuda was niet zo gemakkelijk als de boeken doen voorkomen. Te veel wind uit het noorden, lastige golven, veel tegenstroom en natuurlijk ook dagen met geen wind. We hebben er niet veel herinneringen aan overgehouden. Wel dat er op een gegeven moment allerlei alarmen afgingen, vreemde schuurgeluiden en dat SantanA spontaan de andere kant op ging zeilen, wat je niet direct in de gaten hebt. De stuurautomaat stond normaal op koers, alleen ze wou niet sturen, of wel, off course alarm brulde. Dat gebeurt wel vaker en dat wordt dan gereset. Er gebeurt niks.

Dan zie ik dat het stuurwiel losjes heen en weer draait. Geen weerstand meer………het roer reageert niet……we zijn stuurloos.

Stuurloos….dat is niet handig. Gelukkig is er geen gevaar voor het gijpen. Toch het grootzeil maar helemaal binnen gehaald. Eerst maar kijken wat er aan de hand is. Ik zie al snel dat de gelaste verbindingspin tussen de tandwiel kast en de stuurstang gebroken is. De pin is heel, maar de las is gebroken.

Eerst de zaak met een touwtje aan elkaar verbonden. Het zal wel snel doorslijten, maar we kunnen weer wat sturen en gaan weer op koers liggen. Ondertussen maak ik een noodreparatie aan het asje door een gaatje te boren en draad erin te tappen. Nu kan het asje op de kop gemonteerd worden. Het lijkt simpel, maar ben er toch enkele uren mee bezig voor dat alles er weer aan zit. Het rommelt wel wat, maar dat laten we in Bermuda wel weer lassen.

Nou dat was wel weer spannend genoeg.

Dan komt Bermuda in zicht. Hè hè, deze etappe zit er weer op. Zonder problemen varen we de prima beschutte baai van St Georges binnen.

In tegenstelling tot Cuba is het in Bermuda netjes en ordelijk. Het water is prachtig blauw, de mensen vriendelijk en georganiseerd, maar wat is het hier duur. Zeg maar gerust dat het zo tien! maal duurder dan Nederland is. Voor ons betekent dat minimaal inkopen. Wel vinden we een metaal werkplaats en…niet te ver weg . Het complete stuursysteem gaat uit elkaar en de 35 kilo wegende tandwielkast gaat de wal op. Onze lasser, die al over de 71 jaar is, repareert de boel in no time. We kunnen er bijna op wachten. Een prachtige service en nog niet echt duur ook. Als alles weer gemonteerd is, kan er weer gestuurd worden en er rammelt niks meer.

Dit was ook de dag dat ik, Jan, jarig was. Naast de ballonnen en andere versieringen had ik al heeeel vroeg bezoek. Ik lag nog in bed en het was nog maar net licht. Kun je nagaan en daar kwamen Udo en Ann al aan boord klimmen. Taart met slagroom, champagne, cadeautjes, zoenen en het Zweedse verjaardag lied. Je zult het weten ook en dat s’ochtends om half zeven.

De wind is naar de goede hoek gedraaid en na het bezoek aan de Tall ship races wordt het een dag later tijd om verder te trekken. De zeilen moeten gehesen worden en we gaan met z’n allen op weg naar de Azoren.