woensdag 30 april 2014

De Pacific of de Stille oceaan,

Ik weet niet wie de naam bedacht heeft, maar onze ervaring is ietsje pietsje anders. Het begon al in Valdivia, golven van 5 meter hoog, dat was niet zo erg, de wind was er ook en kwam grotendeels uit dezelfde richting. Een dag later is de wind weg en natuurlijk blijven de golven doorlopen, gevolg….het wordt al wat onrustiger. De boot slingert lekker door en de zeilen vangen weinig wind en flapperen heen en weer en als de wind helemaal weg valt zetten we de motor aan, gaan de zeilen neer en daarmee is het irritante geklapper eerst over. Zo varen we de eerste nacht door. Later pakt de wind weer normaal op en zeilen we verder tot aan Robinson Crusoë. De ankerplek aldaar was voor ons een dramaplek, maar daarover hebben we al geschreven. Onrust! Verder komt er om 21.00 uur nog een tsunami alarm, waardoor we een groot deel van de nacht, voor de dag van vertrek, op zee doorbrengen en dat draagt niet bij tot onze rust. Gelukkig geen vloedgolf gehad.

We gaan verder; de volgende 1800 mijl naar Paaseiland worden uiteindelijk onze zwaarste mijlen tot nu toe. Niet dat er storm is of slecht weer, nee het is een probleem van net te weinig wind en verwarde zee. De golven zijn steeds kort en toch nog hoog en komen steeds uit verschillende richtingen. Verder zijn er continu buien in de omgeving en die verstoren het weerbeeld helemaal. Plotseling komt de wind uit een heel andere richting en als die dan na een uurtje weer terug is zijn de nare golven ook van richting veranderd. Weer onrust. SantanA heeft het niet fijn, de zeilen slaan als een gek waardoor de mast en giek staan te trillen op hun fundering; alles rammelt en knettert en het doet ons zeer. Hoe lang gaat dat nog goed zo, meer uit het oogpunt van schade aan mast en zeilen. De boot loopt nog steeds een mijl of vier en dat is nog te goed om te gaan motorren, maar voor het tuig is het zeker niet goed. We proberen van alles, eerste rif, het tweede en zelfs het derde. Fok op en weer weg, kluiver bij, kluiver op de boom. Een boom uitzetten is al geen kattepis en hem om de haverklap op en neer zetten is geen optie

De halfwinder gaat bij en dan hebben we het over wel ff over 190 vierkante meter zeil. In het begin gaat het nog wel goed, ze blijft net staan. Wel…dan zijn er weer buien in de buurt met net even teveel wind en het ding kan weer naar beneden. Eén keer waren we daar net te laat mee, de wind nam even toe tot 16 knopen, de val brak en we zagen rood wit blauw voor de ramen langs zeilen. Tjee, daar gaat de halfwinder…..@#$^&*~#, ze ligt in ’t water en wij speren als een gek naar buiten. Probeer zo’n lap dan maar eens naar binnen te sjorren. Wonderbaarlijk genoeg ging dat nog wel goed, maar de slurf bungelde ook nog achter het schip. Deze was een soort zak geworden doordat ie lekker rond draaide en was volgelopen met een kubieke meter water erin. Toch wel zwaar voor twee personen die over de reling hangen. Nou ja, na een half uurtje hangen en trekken liep het water er dan toch uit en was alles weer aan dek. Voorlopig maar even geen halfwinder meer!

Wat nu… Uiteindelijk hebben we ons enkele dagen laten voortzeilen onder stormtuig en er was niet zoveel wind! De fok op een boompje deed het prima en met het derde rif erbij bleven de zeiltjes wind vangen. Zo kwamen we nog met een 3 knopen vooruit en sloegen ze niet kapot. Wat een rust.

De dagen erna kwam er van tijd tot tijd meer wind en werd de kluiver ingezet. Beide voorzeilen op de boom en met uitgestrekte vleugels ploegde SantanA voort. De golven waren nog steeds warrig en kort en als de wind het weer eens liet afweten dan sloeg de kluiver behoorlijk, maar het ging. Later op Paaseiland hebben we de kluiver gestreken en zijn een paar uur met de naaimachine in de weer geweest om de UV bescherming weer te repareren van het onderlijk; deze was helemaal uit de naad geklapt. Gelukkig was het zeil niet kapot geslagen.

Dagenlang zijn we in de weer geweest met het wisselen van de zeilen, lijntjes spannen en ga zo maar door en de boot slingerde voort. Toch ….elke dag kwam ons doel dichterbij en net voor eerste Paasdag kwam ons eiland in zicht. De laatste 20 mijl, het is nog nacht, weer een bui en de wind draait meer dan 180 graden. We gaan de verkeerde kant op. Shit, ik ben het zat, ik roep Trees erbij en samen laten we alle zeilen zakken en gaan op motor verder. Die paar mijlen …die doen we op motor, wat een onrust.

Paaseiland is geweldig en dat op eerste Paasdag, net als Roggeveen in 1722, die het toen ook voor het eerst zag……de Moai’s. Twee dagen gaat het goed en liggen we prima in onze baai, maar er heerst storm ver op de zuidelijke Pacific. Gevolg… er komt een golfsysteem op ons af met golven van wel 6 meter hoog. De baai waar we nu liggen is het meest beschut, ook volgens de Armada en de plaatselijke vissers. Meer dan twee dagen liggen we vreselijk te slingeren , bruisen de golven om ons heen. De brandingsgolven zijn enorm en best wel dichtbij en ook nog aan alle kanten van ons, wat een geweld, maar alles gaat goed. Net als de vorige 18 dagen slingeren we haast het bed uit en moet alles meer dan zeevast. Pfff….wat een onrust.

Als de golven in de eerste nacht op z’n hoogst zijn komt er van een Amerikaan met een Amel 54 een noodoproep. Zijn verstaging was al kapot en nu dreigt hij zijn beide masten te verliezen. Maarten van de Pinta en ik gaan er in het donker op af en weten na 6 uur buffelen de mast te redden. Alle touwen die er aan boord zijn worden ingezet en daarmee is het gevaar van ontmasten geweken. De man blij, hij was niet verzekerd. Wij zijn trots op ons zelf, dat we dat toch maar gefikst hebben, maar wat een onrust.

Dus dit is de andere zijde van de Stille Oceaan, maar we zijn op Paaseiland met Pasen.