dinsdag 11 maart 2014

Bijna een aanvaring


We zijn onderweg naar de eilanden van Mechuques, aan de zuidkant van Golfo de Ancud. Het weer is prachtig, geen wind en veel zon en een aangename temperatuur. Zoals gewoonlijk in Chili varen we onder motor bij gebrek aan wind. Er varen op enige afstand vissersschepen om ons heen. De meeste hebben geen uitlaat en je hoort ze al van verre aankomen. Natuurlijk kijken we regelmatig om ons heen, we willen geen ongewenste verrassingen en in de verte zie ik wat glimmen. Ik pak de verrekijker erbij, maar zie niks bijzonders, alleen wat wit schuim. Even later hoort Trees geen uitlaat lawaai, maar een long distance fontein: Walvissen!!

Ja.. en vlakbij, grote fonteinen aan de horizon en ze komen naar ons toe. Op de kaart zie ik dat we net op de rand zitten van dieper water en deze jongens zijn vast hapjes aan het zoeken. We wachten af wat er gaat gebeuren, komen ze dichterbij en kunnen we wat zien. Men zegt dat er hier Blauwe vinvissen voorkomen. Het zijn er twee! Zowel aan bakboord als aan stuurboord zit er een en ze spuiten wel vaak. Ze moeten vlak aan de oppervlakte zitten. De eerste is weer omgedraaid en zwemt weer van ons af en de andere…..? Plotseling komt die pal naast de boot boven en wat een geweld… Zijn ademgat is zo groot dat er wel een grote emmer in past. Het is wel een beetje schrikken, ze zijn groter dan SantanA en dat maakt indruk en zo onverwachts als zij boven komt is ze ook weer weg. Verderop komt ze weer boven en laat duidelijk haar positie zien. Beide vinvissen zoeken elkaar op, zijn even samen, en gaan verder met foerageren.  

Wij varen heel langzaam verder en zo genieten we een klein half uurtje van hun aanwezigheid. Verderop zit er nog eentje. Dit maal is de 10 tot 12 (volgens ons walvissenboek) meter hoge fontein in het zonlicht goed te zien en nog beter te horen. We varen er recht op af. Het grootzeil stond ook nog steeds op en er is een briesje gekomen en zo kan de motor uit. Rust ..en we sukkelen rustig verder en wachten af wat er nu gaat gebeuren. Ja hoor… net als bij die andere komt deze ook even langs vliegen en wat zijn ze groot. Dit soort komt niet zo ver boven water en je ziet alleen een deel van de rug. Hoewel die is al groot genoeg. Trees ziet hem zelfs op z’n zij gaan. De staart komt namelijk boven water en wel dwars. Eerst denken we dat het een grote Orca is, maar dat is niet logisch. Later lezen we dat deze dieren op hun zij gaan liggen en zo eten, de staart komt op deze manier boven.

Aan de fontein zien we dat we weer op aanvaringkoers liggen en weer komt ze heel dichtbij boven en scheert voor ons langs… Ze duikt en weg is ze. Wat is de natuur toch geweldig en spannend tegelijk. Steeds vraag je jezelf af ..was dit het of komt er nog meer. Aan de fontein zien we dat ze zich van ons verwijderen. Zo dat was het, geweldig. We kijken natuurlijk rondom ons heen en leggen de boot weer op koers. Plotseling, uit het niets komt Moby Dick pal voor ons boven. Ze is zo dichtbij dat ze tegen ons aan moet schuren. We schudden van opwinding en zien de staart langs ons heen door het water glijden. Tjonge wat een joekel. Voor foto’s heb ik nu echt de verkeerde lens op het toestel zitten. Nu had het groothoek moeten zijn. We zien haar nog een paar keer boven komen en dan is het over en kunnen we ons concentreren op onze ankerplek en kijken we voldaan terug op deze bijzondere dag.

Ondertussen zijn we in Valdivia aangekomen, na een roerig ritje op de woelige baren. Als starter krijgen we swell en geen wind, maar na 5 uur op de motor komt er wind uit de voorspelde richting (zuid) en deze loopt op tot 35 knopen. Eigenlijk mag het van ons wel iets minder, maar zoals gewoonlijk is het alles of niets. Op afstand zien we 6 hoge fonteinen en ze schitteren in de zon.

Valdivia, hier wacht een nieuwe uitdaging van een geheel andere orde. Hoe moet je een zeilboot bevoorraden voor een jaar en niet laten zinken. Op de Pacific zijn nauwelijks winkels en als er wat is is het er heel duur. Dus zoveel mogelijk meenemen. Ook op SantanA vinden we plekken waar normaal gesproken geen voorraden liggen.

Nog nooit hadden we 2100 liter diesel aan boord en nog meer aan water en al helemaal niet de hoeveelheden bloem en blikjes. Sommigen hebben wel 200 ltr. wijn aan boord, wij beperken dit tot ongeveer 50 ltr. Het probleem is waar moet je ophouden? In ieder geval voordat de boot zinkt. Er zijn boten geweest die van alles moesten achterlaten en nog net een pak pasta aan boord konden leggen, voordat de wastafel overliep. Zo bont hoeven wij het niet te maken. Ons schip kan heel wat dragen. Toch zakken we ruim door de waterlijn en die was al tien centimeter extra hoog opgetrokken. Het is genoeg…we moeten weg, op weg naar het eiland dat het verst (6500 km) van elke andere beschaving ligt.

Paaseiland, onze nieuwe bestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten