2015, de eerste januari, het is vroeg in de ochtend, een prachtig moment om te vertrekken en dat doen we dan ook.
Ons volgende doel, Hawaii, ligt ruim 2100 mijl voor ons. Alles werkt en de zeilen zijn gerepareerd. Er staat een mooie oostenwind van 20 tot 25 knopen en hopelijk gaat nu alles goed. De dagen schuiven voorbij, soms leggen we meer dan 170 mijl per etmaal af, meestal wat minder. Veel is er niet te zien, de oceaan lijkt leeg. Het stroomt er wel, eigenlijk wat teveel. We worden met meer dan 1 mijl per uur naar het oosten verzet, verder van ons doel af en we zeilen al zo hoog mogelijk aan de wind. Meestal zeggen we dan tegen elkaar “ach, wat geeft het, duurt het alleen wat langer”.
Dagelijks worstelen we met de sqauls en de wisselende winden. De wind neemt steeds verder af en blijft bij ongeveer 10 knopen steken, maar doordat we hoog aan de wind varen blijft onze snelheid rond de vijf knopen. We vinden het prima, zolang de zeilen maar niet gaan klapperen en slaan. De dagen gaan zonder dat er wat gebeurt in elkaar over en zo hobbelen we verder en zijn we weer op het noordelijke halfrond. Voor ons gevoel zijn we zomaar dichter bij Nederland, het klinkt gewoon anders.
We blijven noord varen tot ongeveer 8 graden en door de stroom zijn we afgedreven naar 139 graden westerlengte. Vanaf hier varen we een directe koers naar Hawaii. Het is een omweg van pakweg 200 mijl, maar hierdoor krijgen we de sterke Noord Oost passaat schuin van achter in en hoeven we er niet tegen in te boxen. Helaas of eigenlijk beter gelukkig, krijgen we deze situatie niet. Twee dagen motoren we door een windstiltegebied en daarna is de sterke passaatwind ver weg. Het is mooi weer met een klein briesje en zo zeilen we heel rustig verder. Achteraf hadden we die omweg niet hoeven te maken, maar weet dat maar eens vooraf.
Na 16 dagen en 2200 mijl bereiken we de wateren van Hawaii, the Big island. De vulkaan rookt, alleen rook geen vuur. Gaan we nog bekijken. Pal voor Hilo, onze haven, wacht ons een verrassing en we zijn gek op verrassingen. Er zitten walvissen, veel walvissen en ze springen als dolle zalmen uit het water. Staarten zwaaien door de lucht en overal stijgt de spray boven de golven uit.
Wauw ..wat een ontvangst. Het uit het water springen van deze grootse dieren zien we door de verrekijker, maar de rest van het schouwspel is redelijk dichtbij. Later gaan we hier verder van genieten, nu eerst een plekje zoeken in Radio Bay.
Zolang de boot niet dieper steekt dan drie meter is aanmeren eenvoudig en de douane formaliteiten zijn nog simpeler. Een half uurtje verder en 20 dollar armer bezitten we een cruising permit voor 12 maanden en hoeven we in Alaska alleen maar voor onze aankomst te bellen.
Hilo…, auto’s, heeeeel veel auto’s. Het is weer even wennen, civilisatie en ook zoveel verkeer in de lucht en wat een lawaai. Downtown is tegen de verwachting in wel heel leuk. Oude gebouwen, weinig toeristen en nogal wat flowerpower people. Juppen dus en dat is genieten.
Ik heb de fietsen in elkaar gezet en zo kunnen we ons sneller bewegen. Net als in de USA ligt alles ver uit elkaar en is lopen naar de stad te ver.
Nog een verrassing, het is HIER prachtig weer. Normaal regent het hier elke dag en blaast de NO passaat hard. De mensen ter plaatse zeggen dat ze dit in de laatste dertig jaar nog nooit mee hebben gemaakt. Wij vinden het niet erg. Zware depressies trekken boven de eilanden naar het oosten en geven harde westen winden en hogen golven uit het westen. Hilo ligt nu net in de luwte van de vulkaan en merkt niks van al die ellende.
Ook is er veel te koop, na de beperkingen van Frans Polynesië is dat wel een genot. Jammer alleen is dat het eten hier nog duurder is, sterker nog het is gewoon duur. Stukje brie een tientje, liter melk drie euro en ga zo maar door. Dat is wel even slikken. Toch hebben we met z'n allen een fijne tijd hier. Met de buren bbq-en we twee maal, samen shoppen en bezoeken we de zondags markt, vol met hippies, verderop.
Om de vulkaan te bezoeken huren we voor twee dagen een auto. Wel ophalen op het vliegveld, twee uur lopen. Dacht het niet en daarom ga ik met de fiets. Moet ik nu wel de fiets in de auto zien te frommelen en het liefst zonder toeschouwers. Achter in de bak, dat wordt niet wat, maar zonder stuur en voorwiel past het net op de achterbank. Voor de beschadigingen had ik al een kleedje meegenomen. Niemand zeurt en kort daarna ben ik weer terug bij ons strandje.
De vulkaankrater is slechts een uurtje rijden en omdat het pas twee uur is besluiten we eerst de lava stromen naar beneden te volgen. Dat zijn de oude stromen van eerdere uitbarstingen. Van bovenaf is duidelijk te zien hoe het eiland groeide en waar het in zee stortte. We kijken over de rand, geen stoom, wel springt er verderop een walvis en maakt een bommetje. Een groepje Aziatische toeristen staan direct te wouwen. Fototoestellen rammelen, op zich een extra attractie.
We rijden terug naar Jagger Point, de beste plek om de vulkaan te bekijken. Uit de krater komt rook, tja is dat alles?.. Cool hoor!
Verderop staat een Ranger een heel verhaal te houden. Wat hij vroeger allemaal beleefd had met eerdere erupties. Hoe hij met zijn vader bleef surfen in een baai waar lava in stroomde en dat het water zo heet werd dat het surfding ging smelten en je echt niet meer in het water moest vallen. De baai is nu verdwenen. Uiteindelijk komt hij met zijn verhaal terecht bij de huidige situatie en dat het beetje rook wel heel vet cool is. Gelukkig heeft hij een foto bij zich hoe het aanzicht van de rook verandert als het donker wordt. We blijven zeker wachten.
De transformatie als het eenmaal donker is, is verbluffend. In de krater ligt een lavameer en dat reflecteert op de opstijgende rook. Soms brokkelt er een enorm stuk rots af en valt naar beneden in de lava. Een enorme explosie is het gevolg en tevens de reden dat we niet te dichtbij mogen komen.
Ook is er veel te koop, na de beperkingen van Frans Polynesië is dat wel een genot. Jammer alleen is dat het eten hier nog duurder is, sterker nog het is gewoon duur. Stukje brie een tientje, liter melk drie euro en ga zo maar door. Dat is wel even slikken. Toch hebben we met z'n allen een fijne tijd hier. Met de buren bbq-en we twee maal, samen shoppen en bezoeken we de zondags markt, vol met hippies, verderop.
Om de vulkaan te bezoeken huren we voor twee dagen een auto. Wel ophalen op het vliegveld, twee uur lopen. Dacht het niet en daarom ga ik met de fiets. Moet ik nu wel de fiets in de auto zien te frommelen en het liefst zonder toeschouwers. Achter in de bak, dat wordt niet wat, maar zonder stuur en voorwiel past het net op de achterbank. Voor de beschadigingen had ik al een kleedje meegenomen. Niemand zeurt en kort daarna ben ik weer terug bij ons strandje.
De vulkaankrater is slechts een uurtje rijden en omdat het pas twee uur is besluiten we eerst de lava stromen naar beneden te volgen. Dat zijn de oude stromen van eerdere uitbarstingen. Van bovenaf is duidelijk te zien hoe het eiland groeide en waar het in zee stortte. We kijken over de rand, geen stoom, wel springt er verderop een walvis en maakt een bommetje. Een groepje Aziatische toeristen staan direct te wouwen. Fototoestellen rammelen, op zich een extra attractie.
We rijden terug naar Jagger Point, de beste plek om de vulkaan te bekijken. Uit de krater komt rook, tja is dat alles?.. Cool hoor!
Verderop staat een Ranger een heel verhaal te houden. Wat hij vroeger allemaal beleefd had met eerdere erupties. Hoe hij met zijn vader bleef surfen in een baai waar lava in stroomde en dat het water zo heet werd dat het surfding ging smelten en je echt niet meer in het water moest vallen. De baai is nu verdwenen. Uiteindelijk komt hij met zijn verhaal terecht bij de huidige situatie en dat het beetje rook wel heel vet cool is. Gelukkig heeft hij een foto bij zich hoe het aanzicht van de rook verandert als het donker wordt. We blijven zeker wachten.
De transformatie als het eenmaal donker is, is verbluffend. In de krater ligt een lavameer en dat reflecteert op de opstijgende rook. Soms brokkelt er een enorm stuk rots af en valt naar beneden in de lava. Een enorme explosie is het gevolg en tevens de reden dat we niet te dichtbij mogen komen.
Ja ….VET COOL!
Morgen gaan we samen met Ann en Udo naar het gestolde kratermeer, Kilauea Iki. In 1959 liep deze krater vol met lava, maar de lava liep niet over de rand heen. Zo ontstond er een meer van lava. Dertig jaar lang moest men wachten totdat de vulkaanvloer ver genoeg afgekoeld was om er overheen te mogen lopen. Tijdens het afkoelen kromp het geheel, waardoor de vloer hier en daar inzakte. Nog steeds zijn onder de vloer activiteiten te bespeuren in de vorm van hete gasvorming. Toch interessant om over een gestold lavameer te lopen. Op de terugweg nemen we nog een menu’tje bij World’s famous restaurant van Kenn’s en sluiten we onze vulkaanactiviteiten af.
De tijd vliegt om en wordt het tijd om Elze en Rob op te pikken op Maui. Voor de kust van Hilo banen we ons een weg door de walvissen heen en zetten koers naar Kahului.
Morgen gaan we samen met Ann en Udo naar het gestolde kratermeer, Kilauea Iki. In 1959 liep deze krater vol met lava, maar de lava liep niet over de rand heen. Zo ontstond er een meer van lava. Dertig jaar lang moest men wachten totdat de vulkaanvloer ver genoeg afgekoeld was om er overheen te mogen lopen. Tijdens het afkoelen kromp het geheel, waardoor de vloer hier en daar inzakte. Nog steeds zijn onder de vloer activiteiten te bespeuren in de vorm van hete gasvorming. Toch interessant om over een gestold lavameer te lopen. Op de terugweg nemen we nog een menu’tje bij World’s famous restaurant van Kenn’s en sluiten we onze vulkaanactiviteiten af.
De tijd vliegt om en wordt het tijd om Elze en Rob op te pikken op Maui. Voor de kust van Hilo banen we ons een weg door de walvissen heen en zetten koers naar Kahului.
Hoi Jan en Trees, We keken er al na uit..... "al een berichtje van de SantanA"?? vroegen we regelmatig aan elkaar. Nu dus..en weer erg leuk om met jullie mee te "varen" en te genieten. Prachtig verhaal en mooie foto's!
BeantwoordenVerwijderenEen lieve groet vanaf een wat kouder Madeira. Johan en Dorien