donderdag 14 augustus 2014

In de ban van haaien


Hao, met een lengte van 31 mijl, zodat je de overkant niet kunt zien, met slechts één in- en uitgang voor de scheepvaart, is onze eerste bestemming na de Gambier. Het is eigenlijk een soort badkuip, die ten gevolge van hoog- en laagtij, vol of leeg loopt en waardoor je sterke stroming kunt verwachten tijdens het in- en uitvaren van dit atol. Planning is dus essentieel, alleen er is één handicap: de getijtafels spreken elkaar tegen. We houden ons nu aan de andere optie en dat is het moment dat de maan onder gaat; dit vinden we in een Pub honderdzoveel boek, dat ze gebruiken voor de grote vaart en na wat rekenwerk komen we precies op het goede moment in de pas en is de doorvaart een eitje. Anderen die minder goed uitkwamen hadden een halve meter water aan dek en 6 knopen stroom tegen. Het kan dus ook anders.

Hao is eigenlijk de plek van waaruit de Fransen jaren geleden de atoomproeven hielden. Hier was hun militaire basis, maar ondertussen zijn de militairen weg en hebben voor ons yachties een haventje achter gelaten met moorings, betonblokken onder water, die je moet opduiken. Het is wel chaotisch aanleggen, sommigen liggen langs een stuk kade anderen liggen midden in de kom aan de stukken beton. We hebben even bedenktijd nodig hoe wij dit gaan doen. Uiteindelijk kiezen we voor de gemakkelijke manier en wel langszij aan een grote catamaran.

Zoals al die dorpjes hier, stelt ook dit dorp niet veel voor. Veel palmbomen, een weg, huisjes en wat winkeltjes. Toch is het hier voor het eerst dat wij een “paradijselijk Pacific” gevoel krijgen. Het is hier anders, koraalbodem, alleen palmbomen en het overal aanwezige geluid van branding ………een echt atol, net boven de zeespiegel, heel fascinerend.

Toch blijven we hier niet lang. Het is nog steeds niet wat we echt zoeken. Tahanea, een atol twee dagen verderop, een natuurpark met geweldige snorkelplekken en dat is wat we willen, daarom zijn we hier, voor de onderwater wereld. Het weerbericht geeft aan, dat over twee dagen de wind wegvalt en dus besluiten we, samen met Rigel, diezelfde middag nog onderweg te gaan. Na 2 nachten komen we rond de kentering van het getij aan en varen we de Teavatapu Pass zonder problemen door, waar we om de hoek aan de westkant gaan ankeren. Op de bodem alleen maar koraalkoppen van enkele meters hoog en met moeite droppen we het anker er tussen in. Ongetwijfeld zal de ketting achter één van deze koppen blijven hangen. Op vijftien meter water is de ketting nog goed te zien en dat ophalen bekijken we later wel weer. Nu eerst het water in om te zien wat daar allemaal rondzwemt.

……En daar zwemt nogal wat en we bezitten veel te weinig kennis om dat allemaal te benoemen. Wat we wel herkennen zijn de verschillende haaien. Oooo… ze zijn zo angstaanjagend, zo sneaky en zo snel en komen zo uit het blauwe op je af. Spannend….zo’n onbekende onderwater wereld en onze dames durven in het begin nauwelijks hun dikke teen in het water te doen, bang voor de confrontatie met de White- en Black tips. Ik kan eindelijk met de Gopro onderwater camera in actie komen, maar dat is nog niet zo gemakkelijk. Je moet op het gevoel werken en vaak richt ik verkeerd en dan nog het probleem van het licht. Als het dieper wordt is alles blauw en in ondiep water wil lang niet elk visje voor de camera poseren; verder is er nog de stroming . In stromend water zit het merendeel van de vis, een walhalla voor de cameraman maar met moeilijkheidsfactor, want die kan lang niet zo goed en snel zwemmen als de meeste vissen en gaat zodoende veel te snel over de koraal bodem. Een snel bewegende achtergrond is niet mooi en zo is er opnieuw een hoop te leren.

Elke dag liggen we wel in het water, dan langs de kant, waar meer direct zonlicht is en waar de vissen beter te filmen zijn en soms laten we ons door de pas meesleuren, hangend aan de bijboot . Er is altijd wel wat te zien en black tips patrouilleren continu in ondiep water. Zij bewegen zo elegant over de zanderige koraal bodem, echt zo mooi en even zo gevaarlijk. Het blijven natuurlijk haaien!

Zo kwamen we plotseling midden in diep water, in het blauwe gat, een enorme barracuda tegen. Plotseling stond hij daar, op een paar meter afstand, stralend in het zonlicht, echt magnifiek. Volgens ons moet hij gedacht hebben…is dat eetbaar of niet? We kijken hem een tijdje recht in de ogen…en vervolgen dan allen onze eigen weg. Wel jammer dat ik toen de Gopro niet mee had. Tijdens één van onze dinghy trips zien we veel verder op een soort vissersfuik boven water uitsteken en bij nadere inspectie blijkt er een kleine grijze haai in opgesloten te zitten. Er zijn hier geen vissers en het dorp is verlaten en zo vinden we het niet meer dan normaal deze jongen te bevrijden. Ik forceer het kippengaas wat, druk de bovenste helft ver naar beneden en na wat gehannes weten we de haai uit zijn val te bevrijden. Zo hebben we in ieder geval nog een goede daad verricht. Het beest zou anders aan een langzame dood gestorven zijn.

In het volgende atol, Fakarava, wordt het spektakel alleen maar groter. Hier snorkelen we in de de zuidingang van dit atol tijdens de kentering wanneer de stroom niet zo sterk is. Moeilijk te beschrijven wat daar allemaal zit. Zoveel soorten vis, zoveel kleur, zoveel koraal en ook zoooveeeeel haaien. Allemaal van die jongens van een meter tot twee meter. Ook nu weer blacktips, white tips grijze en zelfs nurse haaien en allemaal scheren ze langs ons heen en moeten we ogen voor en achter ons hebben. Naast al dat geweld verschijnen er ook vier enorme Napoleon vissen. In vergelijking met de rest zijn dat giganten en het lijkt dat deze jongens de haaien de baas zijn. De camera maakt overuren en lang niet al het materiaal is mooi, toch houden we genoeg over.

Op een gegeven moment wordt er gevoerd en alle vissen komen in actie. De haaien komen op snelheid en scheren rakelings langs ons heen. Het lijkt wel of ze van alle kanten komen. Wij… wij zoeken toch maar wat dekking en blijven in de buurt van wat steigerpalen. Ook Trees blijft onder water ondanks al dat geweld, we zijn trots op haar!

Verderop zien we met de verrekijker witte stranden en kleine eilandjes, het lijkt op het Paradijs. We gaan op onderzoek uit. Dichterbij gekomen is het wel heel erg mooi. Turquoise water wat overgaat in lichtblauw, blauwer en blauwer water. Daarachter de stranden, palmbomen en plotseling vliegt er wat door het water. Een rog, hij of zij vliegt er vandoor en wij met de camera er achter aan. Ons jagersinstinct laat ons wederom niet in de steek, maar we zijn niet zo geoefend en de rog is veel sneller. Toch …..dit lijkt toch wel op het paradijs. Het is echt oogverblindend mooi, alleen niet meer eenzaam en verlaten. Er liggen zeker 15 boten bij dit Paradijselijke strand.

Jammer dat je niet in dat paradijs kunt leven. De vis is niet eetbaar vanwege de seguatera ziekte, er is geen water en het is hier bloed verziekend heet. Het paradijs …alleen voor het oog!

Wederom genieten.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten